Parelamaniet (Amanita rubescens)
Vaak begint het paddenstoelseizoen met het verschijnen van de parelamaniet in de zomer. Afhankelijk van de omstandigheden kan de parelamaniet dan de gehele herfst door tot aan eind november verschijnen. De parelamaniet is daardoor een zeer algemene mycorrhizasoort. Hij komt in bossen, in lanen, in bermen, in perken en plantsoenen bij verschillende loofbomen voor. In Friesland is hij het meest gemeld bij eik, maar ook linde, beuk, els en populier zijn favoriete bomen.
Wat de verspreiding in Friesland betreft heeft de parelamaniet een opvallende voorkeur voor de zand- en veengronden. Boven de lijn Dokkum-Leeuwarden-Sneek lijkt de soort niet voor te komen.
De parelamaniet is zeer variabel, soms lastig te onderscheiden van andere amanieten met een bruingetinte hoeden. Kenmerkend zijn vaak de roodaangelopen vraatsporen in hoed en steel.
Zie ook:
Periodiciteit
De eerste twee cijfers geven de maand aan. Het derde cijfer geeft de decade aan. 1: dag 1 - 10, 2: dag 11 - 20, 3: dag 21 tot einde van de maand.
Verspreidingskaart

ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Amanita rubescens |
Nederlandse naam: | Parelamaniet |
Friese naam: | Pearelamanyt |
In Friesland: | 4000-tal meldingen in 650-tal kilometerhokken |
Eerste melding: | 24-09-1916, omgeving Beetsterzwaag |
Laatste melding: | jaarlijks 50 tot 100-tal keer gemeld |