Bruine anijszwam (Lentinellus cochleatus)
(c) Gosse Haga
Veel paddenstoelsoorten hebben een dubbelganger. De bruine anijszwam lijkt dat bespaard te zijn gebleven. De soort is gemakkelijk herkenbaar aan zijn trechtervormige, bruinglanzende vruchtlichamen die meestal in bundels groeien. Zijn naam dankt hij aan de opvallende zoetige geur van anijs. Echter, soms kan de geur ontbreken, dan hebben we te maken met de variƫteit inolens.
De bruine anijszwam is een houtsaprofyt en komt voor op dood hout in de vorm van stronken, takken of wortels. Van de meldingen in Friesland zijn slechts twee gespecificeerd: beide op een stronk van beuk.
(c) Sjoerd Greydanus
Periodiciteit
Het aantal meldingen van Bruine anijszwam per decade (periode van tien dagen) vanaf 1980.
De eerste twee cijfers geven de maand aan. Het derde cijfer geeft de decade aan. 1: dag 1 - 10, 2: dag 11 - 20, 3: dag 21 tot einde van de maand.
De eerste twee cijfers geven de maand aan. Het derde cijfer geeft de decade aan. 1: dag 1 - 10, 2: dag 11 - 20, 3: dag 21 tot einde van de maand.
Verspreidingskaart

ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Lentinellus cochleatus |
Nederlandse naam: | Bruine anijszwam |
Friese naam: | Bruine anijszwam |
In Friesland: | 28 meldingen in 22 kilometerhokken |
Eerste melding: | 22-10-1972, 203-564, Beetsterzwaag |
Laatste melding: | 12-10-2020, 164-541, Oudemirdum, Elfbergen |