Kale knoflooktaailing (Mycetinis scorodonius)
Een aantal paddenstoelen dankt de naam aan de geur die verbonden is met de vruchtlichamen. De geur is dan zo duidelijk, dat de Nederlandse naam eraan is ontleend. Voorbeelden daarvan zijn de kokosmelkzwam, de groene anijstrechterzwam en de pelargoniumgordijnzwam.
Tijdens een bezoek, begin november 2020, aan enkele natuurterreinen in de Zuidwesthoek van Friesland vond ik paddenstoelen die wat leken op een Marasmius-soort. Bij het plukken van een exemplaar viel het kwartje vrijwel meteen. De knoflookgeur was gelijk onmiskenbaar: een knoflooktaailing en bij nadere beschouwing de kale knoflooktaailing.
De paddenstoel heeft een hoedje van 1 tot 3 cm, vleeskleurig-bruinachtig. De lamellen zijn witachtig/crême, opstijgend aangehecht en door dwarsadertjes verbonden. De steel (circa 6 cm lang) is roodbruin, aan de basis bijna zwart, kaal, hoornachtig en glanzend.
Periodiciteit
De eerste twee cijfers geven de maand aan. Het derde cijfer geeft de decade aan. 1: dag 1 - 10, 2: dag 11 - 20, 3: dag 21 tot einde van de maand.
Verspreidingskaart

ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Mycetinis scorodonius |
Nederlandse naam: | Kale knoflooktaailing |
Friese naam: | Keale knyfloktaailing |
In Friesland: | 30 meldingen in 23 kilometerhokken |
Eerste melding: | 08-08-1939, 156-602, Terschelling |
Laatste melding: | 09-11-2020, 164-538, Oudemirdum, Oudemirdumer Klif |