De berm van de Ritskeloane bleek een goede voedingsbodem te zijn voor talloze schaapjes (Lactifluus vellereus), gewone eekhoorntjesbroden (Boletus edulis) en panteramanieten (Amanita pantherina). Ook de gezoneerde stekelzwam (Hydnellum concrescens) had in de berm een plekje gevonden.
Tussen al deze forse paddenstoelen werd ook een klein bekerzwammetje ontdekt, slechts enkele centimeters in doorsnede. Het leek enigszins op de kleine bruine bekerzwam, maar het was niet alleen kleiner, maar ook minder dicht met bruine haren bezet. Na microscopisch onderzoek werd al snel duidelijk, dat de kleine bruine bekerzwam inderdaad een dubbelganger heeft, namelijk de afgeplatte grondbekerzwam (Geopora tenuis). De afgeplatte grondbekerzwam was nog niet eerder in Friesland gemeld.
Hoewel de gekraagde aardster (Geastrum triplex) geen zeldzaamheid is, is het toch altijd bijzonder de typische tulpenbollen te vinden, het beginstadium van deze fraaie aardster. De kortstelige veldridderzwam (Melanoleuca brevipes) had zich wat meer tussen de bramen verborgen. Even later werd nog de zwartwitte veldridderzwam (Melanoleuca polioleuca) gevonden.
Op stukjes hout stond massaal het wieltje (Marasmius rotula), in gezelschap van de dwerghertezwam (Pluteus nanus).