Mestborstelbekertje (Cheilymenia stercorea)
Tijdens een bezoek op 9 maart 2016 aan Delleburen, een terrein van It Fryske Gea, vond Gosse Haga oranje zwammetjes op mest van de daar aanwezige Schotse Hooglanders. De vruchtlichamen waren nog geen 5 mm in doorsnede. Vanwege hun kleur was de eerste gedachte dat het oranje mestzwammetjes waren.
Maar met hulp van de loep was te zien dat er langs de rand van de bekervormige zwammetjes haren zaten. Bij het oranje mestzwammetje ontbreken deze. Thuisgekomen werd iets van het meegebrachte materiaal met de microscoop bekeken, en kwam al snel de conclusie, dat het hier om het mestborstelbekertje ging.
Een goed kenmerk daarbij zijn de gesepteerde (van tussenschotjes voorziene) bruine haren. Maar een aantal stervormig vertakte kortere haren die te zien waren, gaf de doorslag.
Het mestborstelbekertje groeit doorgaans op oudere rundermest. Het wordt in Friesland dan ook voornamelijk aangetroffen in gebieden die (door Schotse hooglanders) begraasd worden.
De Nederlandse naam is enigszins misleidend, want veel van de in Nederland voorkomende borstelbekertjes groeien op mest van Schotse Hooglanders in natuurgebieden.
Microscopische controle is dan ook altijd nodig.
Zie ook:
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Cheilymenia stercorea |
Nederlandse naam: | Mestborstelbekertje |
Friese naam: | Dongboarstelkûmke |
Aantal meldingen: | 14 |
Aantal kilometerhokken: | 12 |
Eerste melding: | 10-04-1998, 199-549, Katlijk, Het Katlijker Schar |
Laatste melding: | 17-11-2020, 209-611, Schiermonnikoog, Binnenkwelder |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | zeldzaam |
In Fries basisregister: | nee |