Doolhofzwam (Daedalea quercina)
De harde vruchtlichamen van de doolhofzwam zijn meerjarig en kunnen tot een twintigtal centimer uitgroeien. Het onderscheidende kenmerk bevindt zich aan de onderzijde. De wijde, dikwandige poriën vormen vanaf het beginstadium een doolhofachtige structuur en maken deze soort erg fotogeniek. De doolhofzwam groeit bijna nooit solitair. Op een stronk of een stam bevinden zich meestal meerdere vruchtlichamen.
Het aantal meldingen in Friesland is pas na het jaar 2000 sterk toegenomen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het veranderd bosbeheer. Niet alleen blijft dood hout liggen, maar ook wordt meer bos gekapt waarbij de stronken vaak achterblijven. De doolhofzwam heeft een sterke voorkeur voor de eik. Zelden wordt een andere boom als substraat vermeld. In meeste gevallen gaat het dan om de beuk.
De doolhofzwam komt het meest voor in de bossen op de pleistocene zandgronden in het zuidwesten van Friesland.
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Daedalea quercina |
Nederlandse naam: | Doolhofzwam |
Friese naam: | Doalhôfswzm |
Aantal meldingen: | 620 |
Aantal kilometerhokken: | 176 |
Eerste melding: | 01-10-1958, 194-551, Vindplaats niet bekend (conversie IKC) |
Laatste melding: | 09-11-2024, 211-565, Wijnjewoude, Het Oude Bos |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | algemeen |
In Fries basisregister: | nee |