Menu

Doolhofzwam (Daedalea quercina)

(c) Sjoerd Greydanus

De harde vruchtlichamen van de doolhofzwam zijn meerjarig en kunnen tot een twintigtal centimer uitgroeien. Het onderscheidende kenmerk bevindt zich aan de onderzijde. De wijde, dikwandige poriën vormen vanaf het beginstadium een doolhofachtige structuur en maken deze soort erg fotogeniek. De doolhofzwam groeit bijna nooit solitair. Op een stronk of een stam bevinden zich meestal meerdere vruchtlichamen.

Het aantal meldingen in Friesland is pas na het jaar 2000 sterk toegenomen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het veranderd bosbeheer. Niet alleen blijft dood hout liggen, maar ook wordt meer bos gekapt waarbij de stronken vaak achterblijven. De doolhofzwam heeft een sterke voorkeur voor de eik. Zelden wordt een andere boom als substraat vermeld. In meeste gevallen gaat het dan om de beuk.

De doolhofzwam komt het meest voor in de bossen op de pleistocene zandgronden in het zuidwesten van Friesland.

(c) Sjoerd Greydanus

Verspreidingskaart


Periodiciteit

Het aantal meldingen van Daedalea quercina per decade (periode van tien dagen) vanaf 1980.

ID-kaart
Wetenschappelijke naam: Daedalea quercina
Nederlandse naam: Doolhofzwam
Friese naam: Doalhôfswzm
Aantal meldingen: 620
Aantal kilometerhokken: 176
Eerste melding: 01-10-1958, 194-551, Vindplaats niet bekend (conversie IKC)
Laatste melding: 09-11-2024, 211-565, Wijnjewoude, Het Oude Bos
Zeldzaamheidsklasse (Frl): algemeen
In Fries basisregister: nee