Klontjestrilzwam (Exidia nucleata)
De vruchtlichamen van de klontjestrilzwam zijn het gemakkelijkst te omschrijven als wittige klodders. Ze kunnen variëren van bijna doorschijnend wit tot aan een dof viezig wit met een rozeachtige weerschijn. De witte klontjes waaraan de soort zijn naam te danken heeft, zijn kristallen (calciumoxalaat) die meestal duidelijk zichtbaar zijn, maar soms ook lastig in het vruchtlichaam te onderscheiden, of soms zelfs kunnen ontbreken. In het laatste geval kan het witte vruchtlichaam het best microscopisch onderzocht worden om verwarring met de stijfselzwam (Exidia thuretiana) uit te sluiten.
De klontjestrilzwam is voor Friesland pas een recente soort. De eerste melding was in 1993, en tot ongeveer 2014 werd de soort jaarlijks minder dan vijf keer gemeld. In 2015 en 2016 werd de soort een tiental keer gemeld. Daarna volgt een sterke stijging met tussen 20 tot 30 meldingen per jaar. De klontjestrilzwam schijnt een warmteminnende soort te zijn, dus mogelijk heeft deze stijging te maken met de bovengemiddelde hoge temperaturen in deze jaren.
Volgens de literatuur heeft de klontjestrilzwam een voorkeur voor zacht hout, zoals es, populier en els. In het Leeuwarder bos zijn deze soorten volop aanwezig, zodat de klontjestrilzwam daar één van de meest gemelde soorten is. Ook rondom Sneek, Joure en Heerenveen komt deze soort veel voor, terwijl hij in de grotere bossen van Friesland nagenoeg lijkt te ontbreken.
Zie ook:
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Exidia nucleata |
Nederlandse naam: | Klontjestrilzwam |
Friese naam: | Kerltrilswam |
Aantal meldingen: | 305 |
Aantal kilometerhokken: | 194 |
Eerste melding: | 31-12-1993, 167-562, Vindplaats niet bekend (conversie IKC) |
Laatste melding: | 09-11-2024, 211-565, Wijnjewoude, Het Oude Bos |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | algemeen |
In Fries basisregister: | nee |