Gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes)
In een kille, grijze en grauwe winter brengt het fluweelpootje kleur en glans. De oranjegekleurde, glimmende hoeden van het fluweelpootje vallen gemakkelijk op rottende boomstronken in een kaal bos, plantsoen of tuin op.
Het fluweelpootje komt door heel Friesland voor, en heeft geen voorkeur voor een bodemtype of zelfs een soort loofboom. Hij is gemeld van esdoorn, paardenkastanje, els, berk, beuk, es, populier, prunus, eik, ribes, wilg, linde en iep.
Het fluweelpootje is één van de weinige paddenstoelen die hun groeipiek in de wintermaanden hebben. Dankzij een soort antivries zijn ze goed bestand tegen winterse omstandigheden en kunnen ze nachtvorsten doorstaan.
Sinds 2013 is een variëiteit van het fluweelpootje een zelfstandige soort geworden: het langsporig fluweelpootje (Flammulina elastica). Deze is alleen in de lengte van de sporen te onderscheiden.
Zie ook:
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Flammulina velutipes |
Nederlandse naam: | Gewoon fluweelpootje |
Friese naam: | Gewoan flewielpoatsje |
Aantal meldingen: | 893 |
Aantal kilometerhokken: | 421 |
Eerste melding: | 25-10-1950, 160-581, Vindplaats niet bekend (conversie IKC) |
Laatste melding: | 11-02-2024, 202-573, Rottevalle, Bildwei |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | algemeen |
In Fries basisregister: | nee |