Tweesporig mosklokje (Galerina subclavata)
Het tweesporig mosklokje en het groot mosklokje (Galerina clavata) zijn een tweeling . Om deze soorten van elkaar te kunnen onderscheiden is microscopische determinatie nodig.
Het voornaamste onderscheid is, dat het tweesporig mosklokje alleen maar 2-sporige basidiën heeft. Het groot mosklokje heeft overwegend 4-sporige basidiën, maar deze kunnen met 2-sporige, onrijpe basidia vermengd zijn. De sporen van het tweesporige mosklokje zijn fijn-ruw, zo fijn zelfs, dat de sporen bij duizendmaal vergroting glad kunnen ogen. Van het groot mosklokje zijn de sporen met ruwere wratjes bezet.
Voor het gemak zou men kunnen zeggen, het tweesporig mosklokje is een onvolledig ontwikkeld groot mosklokje: de basidiën zijn 2-sporig, de wratjes zijn wat minder geprononceerd, en het tweesporig mosklokje is in het algemeen kleiner dan het groot mosklokje.
Evenals het groot mosklokje kan het tweesporig mosklokje in een grote verscheidenheid aan biotopen voorkomen, variërend van terreinen met veenmos tot parken en plantsoenen. Mogelijk houden ze elkaar als tweeling gezelschap en kunnen ze in een terrein door elkaar heen voorkomen.
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Galerina subclavata |
Nederlandse naam: | Tweesporig mosklokje |
Friese naam: | Twasporig moasklokje |
Aantal meldingen: | 14 |
Aantal kilometerhokken: | 10 |
Eerste melding: | 31-12-2015, 203-562, Olterterp, Himrikker Scharren |
Laatste melding: | 04-12-2022, 204-569, Drachten, Ureterperverlaat |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | zeldzaam |
In Fries basisregister: | nee |