Tuinaardster (Geastrum smardae)
Dat Gaast een mooie plek is voor het spotten van verschijnselen aan het firmament bewees de avond van 27 juli 2018, toen wij vanuit de pastorie de dijk op wandeldend boven Workum een prachtige maansverduistering te zien kregen. Maar onze kersverse oude woning bleek nog meer verrassingen in petto te hebben, zoals een verstopte hemelwaterafvoer die mij noodzaakte een nieuwe afvoerbuis in de grond te graven. Onder de hortensia’s die daarvoor moesten wijken vond ik een aardster.
Van de duinen (mijn werkterrein) kende ik diverse soorten aardsterren, maar bij deze ging niet direct een lichtje branden, dus ik nam hem mee naar de paddenstoelenwerkgroep in Noord-Holland. Onze nestor Friedjof vd Bergh schrok zich een hoedje toen hij de aardster zag en adviseerde hem naar de landelijke specialist Leo Jalink te sturen. Die bevestigde Friedjof’s vermoeden maar wilde voor de zekerheid DNA-materiaal, en dat moest komen van een exemplaar nog in het ei-stadium. Als een forensisch onderzoeker dook ik weer onder de hortensia’s en vond het perfecte ei. De DNA-test leverde het uiteindelijke bewijs: de aardster van Gaast behoorde tot de tuinaardster.
De tuinaardster is volgens Leo Jalink bekend van zes vondsten in Noord-Amerika, één in Midden- en twee in Zuid-Amerika, en nog zes in Europa. Uit Azië, Australië en Afrika is hij nog nooit gemeld. Hij vermoedt dat de soort van oorsprong uit Amerika komt. De enige bekende Nederlandse vondst is die uit 1992 in een plantenbak in Beek (Zuid-Limburg).
Via de mail kreeg ik verdere informatie van Leo Jalink. De tuinaardster is nog steeds omgeven met veel vragen. Is het eigenlijk wel een goede soort, waarom is hij zo absurd zeldzaam, waar komt hij eigenlijk vandaan, is hij verwant aan de andere aardster die in perken en bloempotten gevonden is, namelijk Geastrum welwitschii, een Amerikaanse aardster die in 2018 in België is gevonden?
De tuinaardster lijkt ook op de forse aardster (Geastrum coronatum). Het belangrijkste verschil is dat de tuinaardster geen aangegroeide aarde aan de onderkant van de slippen heeft en de forse aardster wel. De Gaastse exemplaren (er verschenen er uiteindelijk vier) hadden inderdaad geen aangegroeide aarde, terwijl de zwamvloklaag (onderste laag) van de slippen nog wel aanwezig was. De sporen hadden geïsoleerde, bijna cilindrische wratjes. De forse aardster heeft een iets andere sporenornamentatie, eerder heel korte lijsten dan echte wratjes, maar het verschil is subtiel. Ook de lichte steel van de vondst pleitte voor de tuinaardster, want bij de forse aardster is die meestal donkergrijs tot zwart, maar uitzonderingen komen voor.
Op 13 mei 2020 verscheen van de hand van Leo Jalink een stukje over de aardstervondst op Nature Today.
Best leuk om zo’n bijzonderheid in je tuin te hebben, maar de vraag is ook wat het lot is van deze zeldzaamheid. Ook de laatste hortensia moest afgelopen maand wijken voor een nieuwe hemelwaterafvoer, zodat Gods water terug kon vloeien naar Gods akker en niet naar de kelder van Zijn pastorie. Bij het uitgraven vond ik een nieuw ei, dat ik voorzichtig onder de verkaste hortensia heb gelegd. Ik zal u op de hoogte houden van nieuwe aardsterren aan het Gaastse firmament.
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Geastrum smardae |
Nederlandse naam: | Tuinaardster |
Friese naam: | Túnierdstjer |
Aantal meldingen: | 2 |
Aantal kilometerhokken: | 1 |
Eerste melding: | 18-09-2019, 156-558, Gaast, Tuin Hubertus Kivit |
Laatste melding: | 28-08-2020, 156-558, Gaast, Boerestreek 2 |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | zeer zeldzaam |
In Fries basisregister: | nee |