Kleverig lindebekertje (Holwaya mucida)
Het kleverig lindebekertje werd pas in 2009 voor de eerste keer in Nederland ontdekt. En dat was toentertijd een sensatie, niet alleen omdat de soort zelfs in Europa erg zeldzaam is, maar ook omdat het qua verschijning een erg aparte soort is. Het kleverig lindebekertje heeft zowel een geslachtelijk als een ongeslachtelijk stadium, en deze stadia kunnen naast elkaar voorkomen.
Het ongeslachtelijke stadium is een lucifervormige verschijning, met een zwarte, kleverige steel met daarop een witte klodder. Het geslachtelijke stadium is een kortgesteeld, plat, zwart bekertje.
De staafjes en bekertjes zijn slechts enkele millimeters groot, en kunnen daardoor gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Dat ze toch opvallen, komt vooral, doordat deze soort massaal op een dode stam van een linde aanwezig zijn. De staafjes komen meestal uit basten en scheuren van de schors tevoorschijn.
De soort komt voornamelijk op linde voor, maar volgens de literatuur kan hij ook voorkomen op andere bomen, zoals populier of wilg. Het hout moet wel in het juiste stadium van vertering zijn, en omdat gevallen lindes niet overal blijven liggen, zal het kleverig lindebekertje waarschijnlijk nooit een algemene soort in Nederland worden.
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Holwaya mucida |
Nederlandse naam: | Kleverig lindebekertje |
Friese naam: | Kliemig linebeamkûmswamke |
Aantal meldingen: | 6 |
Aantal kilometerhokken: | 3 |
Eerste melding: | 16-10-2013, 194-550, Oranjewoud, Tjaarda' s laan |
Laatste melding: | 01-11-2020, 181-581, Leeuwarden, Leeuwarder bos |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | zeer zeldzaam |
In Fries basisregister: | nee |