Wit wolschijfje (Lachnella villosa)
Wolschijfjes zijn verrassende paddenstoelen. Op zicht lijken ze kleine ascomyceten te zijn, maar onder de microsoop is al snel duidelijk, dat ze bij de basiodiomyceten horen, in de volksmond de plaatjeszwammen en boleten.
Het wit wolschijfje onderscheidt zich van zijn tweelingbroertje het dofpaars wolschijfje (Lachnella alboviolascens) in de gemiddelde breedte van de sporen. Deze is voor het wit wolschijfje kleiner dan 8,5 µm. Verder heeft het wit wolschijfje in tegenstelling tot het dofpaars wolschijfje cystiden. Hoewel de Nederlandse naam suggereert dat dit wolschijfje wit is, varieert in de praktijk de kleur van de binnenzijde van het kommetje van wit tot vrij donkergrijs.
Het wit wolschijfje komt op afgestorven delen van planten voor, zoals bijvoorbeeld op de teunisbloem, en kan dus ook in tuinen gevonden worden. Van de late herfst tot vroeg in het voorjaar is de gunstigste periode om deze soort te vinden.
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Lachnella villosa |
Nederlandse naam: | Wit wolschijfje |
Friese naam: | Wyt wolskiifke |
Aantal meldingen: | 6 |
Aantal kilometerhokken: | 6 |
Eerste melding: | 09-11-1985, 205-611, Schiermonnikoog, Schiermonnikoog (eiland - conversie IKC) |
Laatste melding: | 14-05-2021, 183-582, Leeuwarden, Leeuwarder bos |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | zeldzaam |
In Fries basisregister: | nee |