Schubbige taaiplaat (Neolentinus lepideus)
De schubbige taaiplaat is in Friesland een zeldzame verschijning. Tot aan 2007 werd de soort jaarlijks een keer gemeld, daarna is een lange stilte ingevallen tot 2013.
Mogelijk heeft dit te maken met een veranderende tuinmode. Rond de eeuwisseling was het erg populair om oude bielzen in de tuinaanleg te gebruiken. Omdat deze soort voornamelijk op deze bielzen werd aangetroffen, werd de schubbige taaiplaat ook de dwarsliggerzwam genoemd. In deze periode vermelden alle meldingen in Friesland een biels als substraat.
Een vondst op een stronk van naaldhout is dus zeer zeldzaam in Friesland. De schubbige taaiplaat wordt vooral gevonden op plaatsen die erg aan de zon zijn blootgesteld. Ook de vondst in 2013 betrof een stronk in een open gedeelte van een laan. Mogelijk heeft de zwam veel warmte nodig om tot fructificatie over te kunnen gaan. In 2017 is de soort in het Drents-Friese Wold gevonden. In beide bossen zijn veel naaldbomen gekapt, dus kennelijk heeft de schubbige taaiplaat hierop zijn plek gevonden.
Verspreidingskaart
Periodiciteit
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Neolentinus lepideus |
Nederlandse naam: | Schubbige taaiplaat |
Friese naam: | Dwerslizzerswam |
Aantal meldingen: | 46 |
Aantal kilometerhokken: | 31 |
Eerste melding: | 24-08-1969, 195-551, Vindplaats niet bekend (conversie IKC) |
Laatste melding: | 13-09-2022, 146-600, Terschelling, Duinen Hee |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | zeldzaam |
In Fries basisregister: | Categorie 4 - Overige aandachtsoort |