Vuilboommeniezwammetje (Neonectria punicea)

(c) Frans Ozinga

Op 26 februari 2019, de op een na warmste februaridag in Nederland ooit (de warmste was de dag daarop), inventariseerde ik het Oosterschar. De droge week die achter ons lag, was niet bevorderlijk geweest voor het tal paddenstoelen dat ik in het boekje kon noteren. Ik haalde de dertig soorten niet.

Eén van de laatste vondsten was een meniezwammetje op vuilboom. Ik wist meteen, dat ik de betreffende soort gemakkelijk in het boek Pilze der Schweiz zou kunnen vinden. In dit boek wordt de soort nog vermeld onder het geslacht Nectria, dus het was eerst nog even stoeien met de naam. Maar toen die hobbel eenmaal was genomen, was het niet zo’n probleem meer.

Hoewel deze soort, zoals de naam al zegt, vooral op vuilboom wordt gevonden, moet toch de microscoop eraan te pas komen voor de definitieve determinatie. Ook andere meniezwammetjes kunnen namelijk op vuilboom groeien.

In de literatuur is er meestal sprake van een variatie in de sporenmaat, maar met de combinatie van gladde sporen met een enkelvoudige sept en met grootte van 14-18 x 3,5-6 µm was de determinatie wel binnen.

Het was de eerste vondst in Friesland. Sowieso telt de verspreidingskaart van Nederland slechts een twaalftal stippen. Met de vondst van dit zeldzaam meniezwammetje was het toch nog een vruchtbare morgen.

Verspreidingskaart

Periodiciteit