Relatief een hoge temperatuur, veel regen, kortom herfst in de winter, en dat stemde positief over de laatste excursie van 2017 in het Leeuwarden Bos op 23 december. Maar dan blijkt dat er ook teveel regen kan zijn. Het Leeuwarder Bos leek meer een moerasbos, en aan het einde van de excursie zagen vooral de fotograferen eruit als een Veluws everzwijn na een modderbad. Ook het benoemen van paddenstoelen bleek lastig, omdat de meeste paddenstoelen met water verzadigd waren, en verlept en verpieterd in de doordrenkte grond stonden. Bij aanraken had je vooral smurrie aan je vingers.
Desondanks leverde de excursie uiteindelijk 42 op naam te brengen soorten op. Zoals verwacht, het merendeel soorten die op hout groeien. Vochtig weer is met name geschikt voor de trilzwammen. Judasoren (Auricularia auricula-judae) en gele trilzwammen (Tremella mesenterica) ontbraken dan ook niet. Al in het begin van de excursie werd een gigantische bruine gelatineuze klodder op een tak gevonden. Het bleek om de zakjestrilzwam te gaan, een soort die weliswaar groot kan worden, maar nu reusachtig was (foto 1).
Slijmzwammen gedijen ook goed met vochtig weer. Slijmzwammen zijn een aparte tak van sport binnen de mycologie en vragen voor determinatie specialisten. Gelukkig zijn er enkele die met redelijke zekerheid in het veld benoemd kunnen worden. Op afgevallen blaadjes stond talrijk het witdekselkalkbekertje (Craterium minutum) (foto 2).
Ook op dode plantenresten kunnen bijna het gehele jaar door paddenstoelen gevonden worden. Vaak is daarbij een loep nodig. Bij vergroting zijn deze kleine paddenstoeltjes vaak wonderfraai, zoals het wit wolschijfje (Lachnella villosa) (foto 3).
Tijdens het eerste deel van de excursie werd vooral op dood hout gezocht. Naast enkele plaatjeszwammen zoals het gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes) en de gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare) werden op het hout voornamelijk korstzwammen gevonden. Al gauw waren de bakjes gevuld om deze thuis microscopisch te determineren. En dan blijkt er zich ook nu weer een zeldzame soort tussen te bevinden. Het rozeblauwig waskorstje (Exidiopsis effusa) is in strikte zin geen korstzwam, maar een soort trilzwam. Hij is in Friesland tot nu toe alleen nog in het Lauwersmeergebied gevonden.
Daarna werd verder gegaan in een open gedeelte dat rijkelijk en dicht begroeid was met een mostapijt. De valse kopergroenzwam (Stropharia caerulea ) was nauwelijks meer te herkennen. Wel heel vers waren de talrijke gerimpelde mosoortjes (Arrhenia retiruga) (foto 4). Dit kleine zwammetje groeit op mos, en lijkt zich recentelijk sterk uit te breiden. Vroeger werd gedacht, dat deze soort aan droge zandgronden in naaldbos gebonden was, maar het is langzamerhand duidelijk, dat gerimpelde mosoortjes niet specifiek aan een biotoop gebonden zijn. Zolang er maar levende slaapmossen aanwezig zijn, is zelfs het Leeuwarder moerasbos geschikt voor deze soort.
Gevonden soorten waren ondermeer:
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-582 |
Aantal soorten: | 42 |
Nieuw voor kilometerhok: | 30 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 12 |