Menu

11 juni 2017 - Sneeuwwitje in het Leeuwarder Bos

(c) (c) Sjoerd Greydanus (1) en Ben Engelen (foto 2 t/m 4)

Het zomerse weer op de traditionele soortendag in het Leeuwarder Bos trok veel bezoekers. Een groot aantal deelnemers had zich aangemeld voor de excursie, maar zelfs met een vijftigtal ogen bleek het erg lastig veel soorten te vinden. Alleen op een vochtige strook in het begrazingsgebied werden een paar mooie, verse paddenstoelen gevonden. Het rondsporig oorzwammetje dat een tak overdadig bedekte, oogstte de meeste bewondering.

Vóór de publieksexcursie had de paddenstoelenwerkgroep nog een excursie gehouden, in het bos achter de parkeerplaats. Het bos had de regen die in de week ervoor was gevallen, beter kunnen vasthouden, met als gevolg dat er meer paddenstoelen aanwezig waren. De vochtigheid was vooral zichtbaar in een reuzenexemplaar van de zwarte trilzwam (Exidia plana) (foto 1). Bij droogte verschrompelen trilzwammen, maar met voldoende water zwellen ze direct weer op.

Vaak maken vooral inktzwammen en franjehoeden snel gebruik van natte omstandigheden. Vroege franjehoeden (Psathyrella spadiceogrisea) en bleke franjehoeden (Psathyrella candolleana) stonden dan ook her en der in het bos verspreid. Ook het geelbruine plooirokje (Coprinopsis plicatilis) heeft weinig vocht nodig om in de vroege ochtend uit te groeien.

Tussen en onder begroeiing werden enkele fraaie soorten gevonden. Allereerst het brandnetelklokje (Calyptella ) (foto 2). De brandnetel tiert welig in het Leeuwarder Bos. Hoewel het brandnetelklokje hier algemeen zal voorkomen, is iedere vondst toch weer een lust voor het oog (en de camera). Verder viel nog de oranje-achtige kleur van de oranje dwergmycena (Mycena acicula) (foto 3) op.

Een klein groepje, tot twee centimeter grote inktzwammen kon in het veld niet benoemd worden. De rijkelijk, met wit velum overdekte hoed was het opvallendste kenmerk van deze soort. Enkele exemplaren werden in een bakje gedaan om microscopisch te onderzoeken, maar of ze enkele uren hitte zouden overleven, was erg twijfelachtig. Gelukkig bleken ze 's middags bij thuiskomst nog niet verinkt te zijn, en konden ze uitgesleuteld worden. De ronde velumcellen zonder wrattige uitsteeksels, sporen onder 12 µm en tweesporige basidiën leidden tot het sneeuwwitje (Coprinopsis bellula). Deze inktzwam was nog niet eerder in Friesland gevonden, en is een soort die voornamelijk op klei voorkomt.

Het vele dode hout in het Leeuwarder Bos is een paradijs voor houtzwammen. De algemene houtknotszwam (Xylaria polymorpha) had een stronk in zijn geheel overdekt (foto 4). Bijna elke excursie levert een nieuwe korstzwam voor het bos op. Op de soortendag werd voor de eerste keer het kransbekerharskorstje (Peniophorella praetermissa) gevonden. Het kransbekerharskorstje is een algemene soort die tot nu toe nog weinig in Friesland is gemeld.

Enkele vondsten waren:

Statistiek
Kilometerhok: 181-581
Aantal soorten: 17
Nieuw voor kilometerhok: 2
Nieuw voor Leeuwarder bos: 2