Menu

09 september 2017 - Witte kluifzwammen in alle maten

(c) (c) Sjoerd Greydanus

Het veranderlijke weer, met afwisselend zon en (veel) regen, had de herfst al in september aangekondigd. Overal waren al volop paddenstoelen te zien, en daarom verwachtten de vijf deelnemers bij voorbaat meer soorten dan tijdens de vorige excursies te vinden.

Om niet elke keer bij de parkeerplaats te beginnen werd eerst snel langs het fietspad naar de Vierhuisterweg gelopen. Zwerminktzwammen (Coprinellus disseminatus) waren volop aanwezig, evenals de bleke franjehoed (Psathyrella candolleana). De bleke franjehoed kan met redelijke zekerheid nog in het veld benoemd worden. Een andere franjehoed werd in het bakje gestopt. Een saai bruingrijs hoedje op een lange witte steel, het beeld van de gemiddelde franjehoed. Onder de binoculair was duidelijk een rode lamelsnede te zien. Verder kenmerkte de franjehoed zich door grote sporen en door stompe pleurocystiden. De determinatiesleutel leidde naar de dubbelgangerfranjehoed (Psathyrella pseudogracilis), de eerste melding van Friesland. Deze franjehoed heeft zijn naam te danken aan de gelijkenis met de sierlijke franjehoed (Psathyrella corrugis), eveneens een soort met een rode lamelsnede.

De eerste duik in het bos leverde direct een feest op. Allereerst stonden her en der verspreid witte kluifzwammen (Helvella crispa), de meeste nog klein, maar ook enkele joekels (foto 1 en 2). Daaromheen stonden massaal vaalhoeden. Nu is het met vaalhoeden oppassen. Een aantal exemplaren hadden de typische geur van de oranjebloesemzwam (Hebeloma sacchariolens) (foto 3). Andere hadden een radijsachtige geur. Er zijn vele soorten vaalhoeden met radijsgeur, ofwel een vaalhoed met radijsgeur kan in het veld niet als radijsvaalhoed (Hebeloma crustuliniforme) benoemd worden. De radijsvaalhoed blijkt eigenlijk in Nederland een vrij zeldzame soort te zijn. Ofwel, mee in het bakje voor verdere determinatie. Het opvallendste kenmerk van deze vaalhoed bleek de lange, smalle cheilocystiden te zijn, hét kenmerk van de zomervaalhoed (Hebeloma aestivale), opnieuw een eerste melding voor Friesland.

Een klein takje met felgele schijfjes werd nog meegenomen voor onderzoek. Alleen de grootte van de sporen kunnen met zekerheid uitsluitsel geven tussen het geel schijfzwammetje en het zwavelgeelschijfzwammetje. De brede sporen wezen op het geel schijfzwammetje (Bisporella citrina) (foto 4).

Op de terugweg naar de parkeerplaats werd langs een sloot een vrij forse paddenstoel met een waterig geelachtige hoed gevonden. Als paddenstoelen verzadigd met water lijken te zijn, is er altijd wel enige twijfel, maar dankzij bladeren in het paddenstoelenboek werd toch de soort met de opvallend getekende ring gevonden: de okergele stropharia (Stropharia coronilla) (foto 5). De okergele strophiaria is één van de weinige soorten die meer in het noorden dan in het zuidoosten van Friesland voorkomt. Het is dan ook niet een aan bos gebonden soort, maar vooral een soort van grasbermen en rommelbosjes.

En ook tijdens deze excursie werd weer een zeldzame korstzwam gevonden. Van populier werd een dun rozewollig korstje gehaald. Onder de microscoop viel het oog direct op de grote, blaasvormige cystiden, kenmerkend voor de roze populierenschorszwam(Peniophora polygonia) (foto 6).

Statistiek
Kilometerhok: 181-581
Aantal soorten: 42
Nieuw voor kilometerhok: 18
Nieuw voor Leeuwarder bos: 14