Op de eerste excursie van 2018 in het Leeuwarder Bos bleek warme kleding nodig te zijn. Gekozen was voor het verharde wandel- en fietspad langs de Kalkvaart, maar hier bleek de harde gure wind vrij spel te hebben. Het was dan ook een geluk, dat we al snel door de eerste paddenstoelen waren afgeleid.
Behalve afgewaaide takken, half vermolmde stobben en stronken leverde ook het opgestapelde snoei- en kaphout voldoende paddenstoelen voor een interessante excursie. Vooral het gewone fluweelpootje (Flammulina velutipes) voelde zich prima thuis in de winterse heemtuin. Alleen, in duo of in groepjes, uitgegroeid, nog klein en onopvallend, deze soort werd in alle mogelijke variaties gezien, en bewees daarmee dat de studie van paddenstoelen nooit en te nimmer saai en eentonig is (foto 1, 2 en 3).
Het witte oorzwammetje kan het gehele jaar door gevonden worden. Op afgevallen takjes of zelfs op grashalmen lijkt deze kleine paddenstoel in de strooisellaag goed tegen weersomstandigheden beschut te zijn. Witgekleurde oorzwammetje vormen een complex van nauw verwante soorten die alleen microscopisch met zekerheid onderscheiden kunnen worden. Tijdens vorige excursies werden meestal meerdere soorten gevonden. Ook dit keer werden van verschillende plekken witte oorzwammetjes meegenomen, maar nu was het alleen het rondsporig oorzwammetje (Crepidotus cesatii) (foto 4). Mogelijk heeft het rondsporig oorzwammtje zijn optimum in de wintermaanden. Het voor enige jaren gepland onderzoek in het Leeuwarden Bos zal ongetwijfeld meer details over de fenologie van soorten opleveren.
Vanzelfsprekend worden in de wintermaanden vooral hout- en korstzwammen gevonden. Hun harde vruchtlichamen zijn goed bestand tegen uitdroging en vorst, en soms zelfs nog meerjarig. Bovendien, zo bleek, begonnen veel houtzwammen weer jonge vruchtlichamen te vormen. Op verschillende plekken werden kleine, witte harde zwammen gevonden, de geboorte van een houtzwam, maar verder ondetermineerbaar. Wel herkenbaar waren de boomgaardvuurzwam (Phellinus tuberculosus) en het gewone elfenbankje (Trametes versicolor) (foto 5).
Ook korstzwammen werden weer verzameld. Hoewel opvallend moet zelfs de oranje korstzwam (Peniophora incarnata) microscopisch gecontroleerd worden, omdat er enkele andere, weliswaar zeldzame, oranjegekleurde korstzwammen zijn (foto 6). Ook tijdens deze excursie werd opnieuw het rozeblauwig waskorstje (Exidiopsis effusa) gevonden. Het Leeuwarder Bos is de tweede vindplaats voor deze soort, maar blijkt in het Leeuwarder Bos op diverse plekken voor te komen (foto 7).
De verrassendste korstzwam van de excursie was het bootsporig vliesje (Athelopsis lembospora). Het overgrote deel van de korstzwammen groeit op hout, maar deze korstzwam heeft een voorkeur voor plantenstengels. Het was niet duidelijk meer op welke plant het dunne witte vliesje groeide. Volgens de literatuur komt de soort vooral op riet voor.
De excursie werd afgesloten met twee vrolijk gekleurde paddenstoeltjes. De gesteelde druppelzwam (Dacrymyces capitatus) is één van de dubbelgangers van de zeer algemene oranje druppelzwam (Dacrymyces stillatus). Zoals de naam al aangeeft heeft de gesteelde druppelzwam een zeer kort steeltje dat bij andere geel-oranje gekleurde druppelzwammen ontbreekt (foto 8).
Een klein takje was bijna geheel overdekt met lichtgele, lang gesteelde kelkjes. Het wilgenhoutvlieskelkje (Hymenoscypus salicinus) komt niet uitsluitend op wilg voor. Het onderscheidt zich van het geel houtvlieskelkje (Hymenoscypus calyculus) door de kleine sporen.
Zie ook:
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-581 |
Aantal soorten: | 30 |
Nieuw voor kilometerhok: | 10 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 7 |