De grote viltinktzwam (Coprinellus domesticus) die aan het beginpunt van de excursie langs het Bilgaarderpaad pronkte, gaf de hoop om dit keer mooie grote paddenstoelen te vinden. Die hoop bleek niet uit te komen. Ook dit keer moest overal goed gekeken worden, en waren de kleinere paddenstoelen veruit in de meerderheid.
Tussen plantenresten verborgen stond de vaalroze parasolzwam (Lepiota subincarnata). De vaalroze parasolzwam heeft als de stinkparasolzwam een onaangename rubbergeur, maar zijn vaalroze hoedkleur met een hoedhuid die in schubjes openbreekt, maakt hem relatief gemakkelijk te herkennen. De vaalroze parasolzwam is in Friesland een vrij zeldzame soort, met slechts nog zeven meldingen (foto 1).
Na een jaar lang inventariseren is wel duidelijk geworden, dat het Leeuwarder bos rijk is aan franjehoeden, en dus dat elke excursie weer de nodige hoofdbrekens kost om te bepalen om welke soorten het gaat. Bijna alle franjehoeden hebben een min of meer lange steel, met een bruin hoedje die bij opdragen allerlei kleurschakeringen kan hebben. De microscoop moet er dus aan te passen komen, maar zelfs dan nog is determinatie lastig omdat er een complex van soorten is waarvan nog niet duidelijk is uit hoeveel soorten die eigenlijk bestaat. Het is de groep rond de sierlijke franjehoed (Psathyrella corrugis) (foto 2).
Vlakbij elkaar stonden twee soorten nestzwammetjes: het gestreepte nestzwammetje (Cyathus striatus) en het bleek nestzwammetje (Cyathus olla). De laatste is veel minder algemeen dan de eerste, en hoewel er slechts twee bleke nestzwammetjes waren, kregen deze aanzienlijk meer aandacht dan de tientallen gestreepte nestzwammetjes (foto 3).
De dikke strooisellaag leverde vele paddenstoelen op plantenresten, bladeren en takjes op. Eén van de fraaiste was zondermeer de tengere beukentaailing (Marasmius setosus). De steel is in de onderhelfste roodachtig bruin en in zijn geheel bezet met haartjes. Hij groeit op de nerven van beukenblad (foto 4).
Gelukkig ontbraken tijdens deze excursie de mycorrhiza-soorten niet. In de nabijheid van wilgen en elzen werd de zeldzame grootsporige vaalhoed (Hebeloma gigaspermum) gevonden. Deze soort is nauw verwant met de algemenere oranjebloesemzwam, maar komt voornamelijk voor onder elzen en wilgen.
De opaalvaalhoed (Hebeloma velutipes) is een vrij algemene vaalhoed die herkenbaar is aan (opgedroogde) druppels op de lamellen en een berijpte steel die aan de onderzijde knolvormig verdikt is (foto 5).
In de nabijheid van deze vaalhoeden stonden nog twee soorten vezelkoppen: de vlokkige en de sombere vezelkop (Inocybe flocculosa resp. Inocybe fusidula) (foto 6 en 7).
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-581 |
Aantal soorten: | 42 |
Nieuw voor kilometerhok: | 21 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 16 |