Menu

18 februari 2018 - Op zoek naar de krulhaarkelkzwam

(c) (c) Sjoerd Greydanus

De vorige excursie was geëindigd met koude voeten. Om dit te voorkomen was in februari een actievere excursie gepland, met als thema: op zoek naar de krulhaarkelkzwam. De krulhaarkelkzwam is verwant aan de rode kelkzwam. Beide soorten komen in Nederland voor. De krulhaarkelkzwam heeft een voorkeur voor els- en wilgstruwelen, en groeit vooral op afgevallen, met mos overdekte takken. De Froskepôlle is al sinds de vorige eeuw de bekendste vindplaats van deze fraaie, roodgekleurde bekerzwam. Omdat het Leeuwarder Bos vochtige percelen heeft met els op een mosrijke ondergrond, zou theoretisch de krulhaarkelkzwam aanwezig kunnen zijn.

Een negental deelnemers had zich verzameld bij de camping, met de bedoeling via een korte oversteek naar het beloofde bos te gaan. Helaas hadden we te maken met een forse sta-in-de-weg (foto 1). Lange haren voor de oren maken doof, want de stier reageerde niet op het krachtig uitgesproken "Hup, vort, vort, wij willen er graag even langs". Daarom werd unaniem besloten om een omtrekkende beweging te maken, en nadat we over een hek waren geklauterd, konden we zonder problemen het elzenbosje bereiken.

Ook tijdens deze excursie was al direct duidelijk, dat het gewone fluweelpootje (Flammulina velutipes) dé winterpaddenstoel van het Leeuwarder Bos is. De soort werd op verschillende plaatsen aangetroffen, en dankzij het inwendige antivries zagen veel exemplaren er nog opvallend fris en fruitig uit (foto 2).

Het elzenbos waar de kelkzwam werd verwacht, bleek grotendeels een soort ijsvloer te zijn. Het grootste gedeelte was kennelijk door de grote hoeveelheid regen van de herfst in een plassengebied veranderd. Het leek daardoor weinig aantrekkelijk het te onderzoeken, maar gelukkig liet niet iedereen zich weerhouden, en zo vond Jan van der Meer ergens iets roods. Op het eerste gezicht leek het een verscheurd stukje plastic, maar na enkele seconden was iedereen ervan overtuigd dat het inderdaad een kelkzwam was, nog half bevroren, en al doormidden getrapt. Normaliter staan kelkzwammen in groepjes; zelfs na intensief zoeken werd nergens meer een kelkzwam gevonden. Microscopische determinatie bevestigde de verwachting: de krulhaarkelkzwam (foto 3).

Trilzwammen bevriezen, en de slappe, gelatineuze vruchtlichamen veranderen dan in een soort gekleurde ijssculpturen. Het gewone judasoor (Auricularia auricula-judae) was volop aanwezig (foto 4). De hersenvormige zwarte trilzwam (Exidia plana) had een afgewaaide eikentak overwoekerd. Een fraaie winterplaat leverde het oözonium van de viltinktzwam. Normaliter oogt het oranjebruin getinte, veervormige luchtmycelium al bijzonder fraai, maar nu hadden ijsdruppels nog een extra dimensie toegevoegd (foto 5). Omdat er meerdere soorten viltinktzwammen zijn, kan niet gezegd worden tot welke soort het mycelium behoort.

Hoewel er in totaal 23 soorten werden gevonden, heeft de winter toch veel invloed op de paddenstoelen. Dat bleek vooral tijdens het determineren van de meegenomen korstzwammen. Alleen de veel voorkomende oranje schorszwam (Peniophora incarnata) en berijpte schorszwam (Peniophora lycii) konden nog op naam worden gebracht; de overige waren in zo'n slechte conditie, en hadden bovendien geen sporen, dat ze niet gedetermineerd konden worden.

Zie ook:

Statistiek
Kilometerhok: 182-581
Aantal soorten: 23
Nieuw voor kilometerhok: 4
Nieuw voor Leeuwarder bos: 2