Na de lange droogteperiode hadden drie personen weer zin om paddenstoelen te zien. Ver hoefden ze niet te lopen, want aan de rand van de parkeerplaats stonden tussen het hoge gras een aantal groepjes tranende franjehoeden (Lacrymaria lacrymabunda). Deze paddenstoel bleek op diverse plekken te staan en was voor deze excursie de algemeenste soort.
Heel verrassend groeide ook de molmbekerzwam (Peziza micropus) op een drietal stammen. De meeste bekerzwammen groeien op de grond, al of niet op houtsnippers. Het blijft dan ook een vreemde gewaarwording om een bekerzwam boven op gevelde dikke boomstammen te vinden. Met een korte steelvormige verdikking is de bekerzwam stevig in het hout verankerd.
Dankzij het vele dode hout is het Leeuwarder bos rijk aan houtpaddenstoelen. De grauwgroene hertenzwam (Pluteus salicinus) is minder algemeen dan de gewone hertenzwam (Pluteus cervinus). De grauwgroene hertenzwam heeft een voorkeur voor elzen, wilgen en berken, het liefst in broekbossen (foto 1).
Tot nu toe worden tijdens iedere excursie nog niet eerder in het Leeuwarder bos gemelde soorten aangetroffen. Dit keer zelfs negen. Eén van de paddenstoelen was al bijna door slakken opgegeten. Langs het pad stond nog een grijsbruinachtige paddenstoel op een wankele steel met een halve hoed. Opvallend was dat de hoedhuid enigszins gescheurd was, maar dat werd aan de droogte en de vraat geweten. Gelukkig kan ook een halve paddenstoel nog microscopisch onderzocht worden. De scheuren in de hoed blijken juist kenmerkend voor de splijthoedhertenzwam (Pluteus ephebeus) te zijn. De splijthoedhertenzwam is zeldzaam in Friesland.
Slakken bleken sowieso zeer actief te zijn. Ook een bloedende buisjeszwam (Physisporinus sanguinolentus) werd afgegraasd. Bij licht aanraken verkleurt deze witte korstvormige houtzwam helderrood. Of de smaak dan ook verandert, dat weet alleen de slak (foto 2).
Een andere soort die in de omringende provincies algemeen voorkomt, maar in Friesland nog nauwelijks gemeld is, is het parkbreeksteeltje (Conocybe macrocephala). Met een witte steel en een bruin hoedje leek het eerder een franjehoed te zijn, maar onder de microscoop wezen de knopvormige cystiden op een breeksteeltje. Deze cystiden in combinatie met de relatief kleine sporen maakten de determinatie niet lastig.
Naast de vele hout- en strooiselsaprotyten werden gelukkig ook enkele mycorrhiza-soorten gevonden, zoals de zilversteelvezelkop (Inocybe curvipes) (foto 3) en de lila- en satijnvezelkop (Inocybe lilacina resp. geophylla). Onder de populieren stonden nog enkele forse gewone krulzomen (Paxillus involutus) (foto 4 en 5).
Enkele gevonden soorten waren:
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-581 |
Aantal soorten: | 32 |
Nieuw voor kilometerhok: | 11 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 9 |