Menu

09 februari 2019 - Verborgen kleinoden

(c) Ben Engelen (1, 4-5), Gosse Haga (3) & Sjoerd Greydanus (2)

Tijdens de vorige excursie was gebleken, dat er nog weinig plaatjeszwammen te vinden waren en dat de korstzwammen niet goed gedetermimeerd konden worden, omdat deze nauwelijks sporen hadden. Ze waren te oud (al bijna vergaan) of ze waren zich nog bezig te ontwikkelen. Vandaar dat het doel was om naar kleine ascomyceten te zoeken.

Eén van de eerste vondsten was geen ascomyceet, maar een plaatjeszwam zonder lamellen, maar met plooien. Het gerimpeld mosoortje (Arrhenia retiruga) is in het Leeuwarder bos nu vier maal op verschillende plekken gevonden. (foto 1)

Daarna leken de ogen zich op het kleine spul te hebben ingesteld, en kwamen verrotte stengels en takjes met kleine schijfjes tevoorschijn. Soms vallen ascomyceten juist door hun massaliteit op. Zo was een tak bezaaid met een enkel millimeters klein, bijna doorzichtig schijfje. Het uiterlijk leek wasachtig, en daarom werd al snel gedacht aan een soort wasbekertje. Onder de microscoop bleef het weefsel van het schijfje aan elkaar kleven, zelfs na hard tikken op het dekglaasje. Het bleek om het ankerwasbekertje (Hyalorbilia inflatula) te gaan. Het ankerwasbekertje heeft zijn naam te danken aan het feit, dat de schijfjes met hyfen aan het substraat verankerd zijn. Deze soort bleek nog niet eerder in Friesland gemeld te zijn. (foto 2)

Ook zeer massaal groeiden op een omgevallen es groepjes zwarte schijfvormige bekertjes. Niemand had enig idee welke soort het zou kunnen zijn, ja, het was zelfs volstrekt onduidelijk tot welk geslacht ze zouden kunnen behoren. Na fotograferen werd er materiaal meegenomen, en thuis, bij het verder bekijken van het materiaal en de foto's, deed het Gosse Haga aan de hazelaarschijfzwam en de populierschijfzwam denken, soorten die hij al eens eerder had gefotografeerd. Na enig speuren op internet had hij snel een naam gevonden: Sclerencoelia fraxinicola. (foto 3)

Sclerencoelia fraxinicola is zo nieuw voor Nederland, dat hij nog geen Nederlandse naam heeft. Recentelijk is deze soort afgesplitst van de populierenschijfzwam (Encoelia fascicularis), een soort die, zoals de naam al zegt, op populieren voorkomt. Sclerencoelia fraxinicola groeit op essen, en zal dus waarschijnlijk de Nederlandse naam essenschijfzwam krijgen. Ook deze soort was nog niet eerder uit Friesland bekend.

De derde nieuwe soort voor Friesland was een pietepeuterig wit gesteeld schijfje dat op afgevallen knopschubben van de populier groeit. Het peppelknopschoteltje (Hyphodiscus gemmarum) is niet zeldzaam binnen populierenbestanden, maar wordt domweg in het voorjaar meestal over het hoofd gezien.

Na al deze nieuwigheden kwamen we ook nog oude bekenden tegen. Een vochtige winter lijkt goed te zijn voor mollisia's. Vooral de gedrongen mollisia (Mollisia cinerea) tiert welig op het vele dode hout in het Leeuwarder bos, en dan vooral op vochtig, al in een ver stadium verrot hout. (foto 4)

Niet alleen het vele dode hout, maar ook de Schotse Hooglanders zorgen voor een continue paddenstoelproductie. Het mestborstelbekertje (Cheilymenia stercorea) valt met zijn geeloranje kleur en stijve randharen gemakkelijk op de bruingekleurde mest op. (foto 5)

Enkele waargenomen soorten...

Statistiek
Kilometerhok: 182-581
Aantal soorten: 31
Nieuw voor kilometerhok: 6
Nieuw voor Leeuwarder bos: 3