De zon scheen al volop, toen drie leden van de werkgroep naar een deel van het Leeuwarder bos liepen dat nog niet was geïnventariseerd. Langs de open paden stond geen enkele paddenstoel, dus de beste optie leek het min of meer schaduwrijke bos te zijn, maar er was vooraf geen rekening met de ondergroei gehouden. Toch werd ergens een plek gevonden waar de brandnetels minder hoog stonden, zodat voorzichtig naar dood hout gezocht kon worden.
Zoals gewoonlijk levert het omdraaien van op de grond liggende taken vroeg of laat paddenstoelen op. Eén van de eerste vondsten was een tak met oranje druppelzwammen. Bij deze exemplaren waren zelfs zonder loep de korte steeltjes onder vruchtlichamen te zien. Het ging dus duidelijk om de gesteelde druppelzwam (Dacrymyces capitatus) (foto 1). Deze soort is tot nu toe vier keer gemeld in het Leeuwarder bos, bijna evenveel als de zeer algemene oranje druppelzwam (Dacrymyces stillatus).
Kort daarop kwam een gebarsten tak tevoorschijn. In de spleet verborgen zich talloze zwarte schijfjes waarvan we wisten dat ze eens al in het Leeuwarder bos gevonden waren. Pas onder de microscoop kwam snel de naam weer naar boven. Het foprouwschoteltje (Lecanidion atratum) heeft opvallende, vrij kenmerkende sporen. Ook het foprouwschoteltje behoort tot de soorten die in werkelijkheid vrij algemeen zijn, maar door hun verborgen bestaan slechts weinig worden gezien en gemeld (foto 2).
Gelukkig bleken we opeens op een pad onder de wilgen en tussen de brandnetels door te zijn gestuit, zodat de zoektocht naar paddenstoelen behoorlijk aangenamer werd. Ook de gewone glimmerinktzwam (Coprinellus micaceus) nam gretig gebruik van de open ruimte en groeide in toeven aan de voet van een wilg (foto 3). Waar wilg is, wordt in het Leeuwarder bos ook het wilgenschorsschijfje (Diatrype bullata) gevonden. Verder waren enkele takken bedekt met de zwarte viltzwam (Chaetosphaerella phaeostroma).
Uiteindelijk werden een achttiental soorten genoteerd. Het leek erop, dat voor de eerste keer na de start van de inventarisaties geen nieuwe soort voor het Leeuwarder bos gevonden was. Gelukkig bleef het oog scherp op de terugweg naar het parkeerterrein, zodat ergens tussen het hoge gras enkele inktzwammen werden gezien. De hoeden waren spiegelglad, voor inktzwammen geen goed voorteken, want voor bijna alle inktzwammen is velum nodig voor de juiste determinatie. Behalve voor enkele soorten zonder velum, maar het was niet zeker of deze dan hiertoe zouden behoren. Tot deze groep behoren bijvoorbeeld de kleine plooirokjes. Gelukkig bleek de determinatie niet moeilijk, toen een stukje hoed onder de microscoop was gelegd. De langwerpige, scherpgepunte, bruine setae vielen onmiddellijk op. En zo was er ook tijdens deze inventarisatie een nieuwe soort te melden.
Enkele waargenomen soorten:
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-582 / 182-581 |
Aantal soorten: | 19 / 1 |
Nieuw voor kilometerhok: | 6 / 1 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 0 / 1 |