De bovengemiddelde neerslag in juni zorgde voor de bovengemiddelde verwachting van vele paddenstoelen, met name plaatjeszwammen. Toch werd de eerste plaatjeszwam pas na een half uur struinen ontdekt, een groepje fopzwammen (Laccaria laccata).
De gewone fopzwam is de meest voorkomende mycorrhiza-soort in het Leeuwarder bos. De gewone fopzwam is sowieso een soort die al snel verschijnt in jonge bosaanplant. Bovendien is deze soort niet kieskeurig en vindt hij het prima om met verschillende boomsoorten samen te leven (foto 1).
Het Leeuwarder bos is rijk aan inktzwammen, die vaak na een regenbui direct weer verschijnen. Een op de grond liggende wilgenstam was grotendeels bedekt met de zwerminktzwam (Coprinellus disseminatus). Tot nu toe is de zwerminktzwam de vierde meest gemelde soort van het Leeuwarder bos. Langs het pad tussen het hoge gras werd een alleenstaand plooirokje gevonden. Vaak betreft het dan het geelbruin plooirokje (Parasola leiocephala), maar omdat plooirokjes qua uiterlijk sterk op elkaar lijken, moeten ze altijd microscopisch gecontroleerd worden. De sporen bleken elliptisch te zijn, wat behoort bij het gewoon plooirokje (Parasola plicatilis) (foto 2). Op zich lijkt deze soort minder gewoon te zijn dan het geelbruin plooirokje. En dat geldt zeker voor het Leeuwarder bos, want het was de eerste keer dat deze soort hier gevonden werd.
Verder werden weer diverse takken met korstzwammen meegenomen. En opnieuw bleek er een nieuwe soort voor het Leeuwarder bos tussen te zitten, namelijk het priemharig korstje (Subulicystidium longisporum), de derde vindplaats voor Friesland. Fraai was het groezelig huidje (Phanerochaete sordida), dat door en over mos was gegroeid (foto 3).
Omdat het erop leek dat het wilgenperceel geen andere soorten meer zou opleveren, werd besloten om via het Bilgaarderpaad naar het parkeerterrein terug te lopen. Tussen de planten leek geen plaats voor paddenstoelen te zijn, en pas aan het einde op een kaal stukje stonden massaal paddenstoelen. De zilvergrijze ridderzwam (Tricholoma scalpturatum) had zelfs een heksenkring gevormd (foto 4). De zilvergrijze riddenzwam hoort bij een soortencomplex van geschubde, grijsachtig gekleurde ridderzwammen die met moeite van elkaar te onderscheiden zijn. Zelfs microscopisch zijn de verschillen erg miniem.
Net buiten de kring stonden enkele paddenstoelen met een gelige hoed waarvan een deel nog bezig was om uit de grond te groeien. Microscopische controle bevestigde de indruk, dat het de geelbruine spleetvezelkop (Inocybe rimosa) betrof (foto 5). De geelbruine spleetvezelkop is een soort die vaak in parken en plantsoenen voorkomt, algemeen is, maar als nieuw voor het Leeuwarder bos kon worden geregistreerd.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-581 |
Aantal soorten: | 29 |
Nieuw voor kilometerhok: | 6 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 4 |