Sinds de start van het Leeuwarder bos-project was het noordelijkste deel dat aan de Dokkumer Ee grenst, nog weinig aan bod gekomen. Nu de paddenstoelen in grote getale boven de grond kwamen, werd het tijd om daar verandering in te brengen. Zodra we aan de rand van het bos een open stuk ontdekten, begonnen we met zoeken. Veel verder bleken we na twee uur niet gekomen te zijn, er was een ware explosie van paddenstoelen.
De eerste groep stond op een half vergane boomstronk. In eerste instantie leken het zwerminktzwammetjes (Coprinellus disseminatus) te zijn, zeer wijd verspreid in het Leeuwarder bos. Maar bij nader inzien waren de paddenstoelen erg kaal en leek de hoed ook meer uitgespreid te zijn. Microscopische determinatie bevestigde dat het hier om de dubbelganger ging, de dwergfranjehoed (Psathyrella pygmaea) (foto 1). Beide soorten groeien vaak in de buurt van elkaar, of zelfs door elkaar heen, vandaar dat deze franjehoed vermoedelijk vaak over het hoofd wordt gezien. Op dezelfde boomstronk hadden ook de paarse knoopzwam (Ascocoryne sarcoides) en de bleekgele bundelzwam (Pholiota gummosa) een groeiplek gevonden.
De volgende groep was met geen mogelijkheid over het hoofd te zien. De fel oranje kleur brak door de rottende bladeren en stengels van de berenklauw heen. Dankzij de scherp afstekende donkere rand was al snel duidelijk dat het gewoon korthaarschijfje (Melastiza chateri) zich op de verstoorde grond had gevestigd (foto 2). Het kortharschijfje groeit graag op dergelijke plekken.
Zoals gewoonlijk werden het meest houtafbrekende zwammen gezien. De knolhoningzwam (Armillaria lutea) is de enige honingzwam die vaak op ondergronds hout of wortels groeit, en daardoor schijnbaar op de grond lijkt te staan (foto 3). Hoewel daarvan voldoende aanwezig is in het Leeuwarder bos, was deze honingzwam sinds de start van het project nog niet gevonden.
De toefige labyrintzwam (Abortiporus biennis) groeit vooral aan de voet van bomen (foto 4). De toeven zijn vaak onzichtbaar, doordat ze door hoog gras aan het oog worden onttrokken. Gek genoeg lijkt het gras altijd dwars door de paddenstoel heen te groeien. Op een of andere manier sluit de paddenstoel tijdens de groei het gras in.
Van het geslacht Polyporus worden in het Leeuwarder bos vooral de peksteel (Polyporus badius) en de waaierbuisjeszwam (Polyporus varius) gevonden. Ook tijdens deze excursie ontbraken ze niet. Op het kleine stukje bos werd nu zelfs nog een derde soort gezien, namelijk de franjeporiezwam (Polyporus tuberaster) aan de voet van een boom (foto 5). Ten opzichte van de beide andere soorten heeft de franjeporiezwam erg grote poriën aan de onderzijde. Er is een variëteit die groeit op een groot zwart ondergronds sclerotium, maar dat is bij deze exemplaren niet geconstateerd.
Niet alleen het grote aantal paddenstoelen lijkt te wijzen op een vruchtbaar jaar, maar soms ook de afmetingen van de vruchtlichamen. Zoals de naam al zegt is de grote kale inktzwam (Coprinopsis atramentaria) al relatief groot, maar tijdens de excursie werden bijna monsterlijke exemplaren aangetroffen. De vruchtlichamen waren kennelijk zo groot en zwaar, dat ze onder hun eigen gewicht bezweken (foto 6).
Van de oorzwammetjes is het week oorzwammetje (Crepidotus mollis) altijd al relatief groot (foto 7). Het week oorzwammetje heeft een voorkeur voor dood hout van populieren, vandaar dat het week oorzwammetje zeer algemeen in het Leeuwarder bos groeit.
Vanwege de vele stronken en stobben in het Leeuwarder bos lijken ook paddenstoelen wel eens van de nood een deugd te maken. Normaliter groeit de parelstuifzwam (Lycoperdon perlatum) op de grond, maar nu had een klein groepje een fraai uitzichtplekje op een door mos overwoekerde stronk gevonden (foto 8). De peervormige stuifzwam (Lycoperdon pyriforme) groeit wel specifiek op hout, maar deze soort is kaal, ook in het jonge stadium.
Vaak wordt er tijdens de excursie ook veel aandacht aan korstzwammen besteed. Maar omdat er nu zoveel andere soorten waren te zien, werden er slecht vluchtig een paar takken met korstzwammen meegenomen. Deze worden naar Bregtje Miedema opgestuurd, de Friese specialist in korstzwammen. En zowaar van de vier opgestuurde soorten, bleek er een nieuwe voor Friesland tussen te zitten. Het slijmerig waskorstje (Bourdotia galzinii) is een enigszins onooglijk laagje op een takje (foto 9). Maar dat lijkt niet de enige reden voor zijn zeldzaamheid te zijn. Gezien de verspreiding in Nederland komt de soort vooral voor in (rivier)kleigebieden, en wat dat betreft past het Leeuwarder bos mooi in het plaatje.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 183-582 |
Aantal soorten: | 52 |
Nieuw voor kilometerhok: | 25 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 4 |