Na overvloedige regen leek er niets in de weg te staan om opnieuw een succesvolle excursie te hebben. Omdat de ochtend kil was, werd dan ook niet lang op de parkeerplaats gewacht en gepraat, maar gingen de vier deelnemers linea reacta naar het pad in de buurt van het nieuwe bezoekerscentrum. In dit deel waren nog geen soorten bekend. Al snel bleek dat het pad erg zompig was, misschien wel te modderig voor paddenstoelen, want pas na enkele minuten werd de eerste paddenstoel gevonden.
In de modderpoel viel het oog onmiddellijk op de feloranje kleur. Het gewoon korthaarschijfje (Melastiza chateri) lijkt zich erg thuis te voelen op drassige, glibberige plekken. Deze soort is afgelopen maanden op verschillende plekken in het Leeuwarder bos gevonden, telkens op plekken waar je op moet passen niet uit te glijden. En dit pad bleek dan ook ideaal, want het schijfje groeide er verspreid in talloze kleine groepjes (foto 1).
Op stronken en stobben langs het pad kwam nog een felgekleurd paddenstoeltje voor, ditmaal intenser rood. Met de loep waren duidelijke de lange haren te zien. De gewone wimperzwam (Scutellinia scutellata) is een wimperzwam die op hout groeit (foto 2). De gewone wimperzwam is in het Leeuwarder bos al een vijftien keer gevonden. Gek genoeg werd deze soort in 2019 slechts één keer gezien, maar in 2017, 2018 en 2020 regelmatig.
Eén van de algemenere houtzwammen in het Leeuwarder bos is de rookzwam (Bjerkandera fumosa). Hij is in het Leeuwarder bos even algemeen als zijn dubbelganger, de grijze buisjeszwam (rookzwam (Bjerkandera adusta)), en daarom moet altijd goed naar deze soort gekeken worden. Zoals de naam al aangeeft heeft de rookzwam een enigszins zoetige geur, terwijl de grijze buisjeszwam altijd erg schimmelig ruikt. Dit keer werd vooral de rookzwam langs het pad gezien (foto 3).
Soms maken paddenstoelen het je niet gemakkelijk. Van ver was op houtafval van takken en spaanders een prachtig groepje bruine paddenstoelen te zien. Bruintjes zijn op afstand nooit op naam te brengen, en dus was er geen andere keuze dan door een omgeploegd stuk te waden en te hopen, dat de laarzen niet in de klei vast werden gezogen. Het zemelig donsvoetje (Tubaria conspersa) onderscheidt zich door de velumresten aan de hoedrand (foto 4). Het zemelig donsvoetje was nog niet eerder in het Leeuwarder bos gevonden.
Aan het einde van de excursie groeide nog een groepje paddenstoelen op grotendeels begraven hout. Het was opnieuw een soort die zich deels door de geur laat herkennen. De bundelmycena (Mycena arcangeliana) ruikt enigszins chloorachtig. Vaak groeit deze soort in dichte bundels op stammen of stronken, zo'n groepje schijnbaar op de groepje was wel uitzonderlijk (foto 5).
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-581 |
Aantal soorten: | 26 |
Nieuw voor kilometerhok: | 4 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 2 |