Menu

15 februari 2020 - Slijm- en trilzwammen in het regenseizoen

(c) Ben Engelen

Ook een paddenstoelexcursie moet eerst op gang komen. Op het eerste gezicht leek het een verloren ochtend te worden. Behalve echt judasoor (Auricularia auricula-judae), gele korstzwam (Stereum hirsutum) en gewoon elfenbankje (Trametes versicolor) werden het eerste kwartier weinig paddenstoelen gevonden. Maar geleidelijk leken de ogen zich aan het zoekbeeld van klein, verborgen spul te wennen.

Toen Ben Engelen begon te fotograferen en tussen de bladeren rommelde, zag hij opeens kleine, roze paddenstoeltjes op eikenbladeren. De kleine, tere paddenstoelen waren zonder twijfel mycena's. Er groeien enkele soorten mycena's op bladeren, maar bekend waren alleen witgekleurde. De roze mycena's op blad deden geen belletje rinkelen en dus moest de soort thuis uitgezocht worden. Toen werd ook duidelijk waarom deze soort niet herkend werd. De roze peutermycena (Mycena smithiana) was in Friesland alleen nog op Terschelling gevonden, in 1957. Nu de soort voor de tweede keer in Friesland is gevonden, volgen misschien meer meldigen, als men gericht in de strooisellaag van eikenbladeren gaat zoeken (foto 1).

En daarna leek het oog voor het kleine spul geslepen te zijn. Weliswaar zijn slijmzwammen klein, maar ze hebben als voordeel, dat ze vaak in dichte groepen staan. Weliswaar groeien ze meestal op beschutte plekken, maar wie eenmaal met zoeken begint, vindt ze zondermeer. Tijdens deze excursie werden drie soorten gevonden.

Het groot langdraadwatje (Hemitrichia calyculata) werd pas in 2013 voor de eerste keer in Friesland gevonden, en is nu voor de eerste keer in het Leeuwarder bos ontdekt. Volgens de gedane meldingen is het een soort die pas laat in de winter verschijnt, vanaf eind februari tot en met maart (foto 2).

Het donkerbruin kelkpluisje (Metatrichia floriformis) was in 2015 al in het Leeuwarder bos ontdekt, een melding via de Facebook-pagina van het Leeuwarder bos. Na vier jaar is de soort weer gevonden, maar wel in een ander kilometerhok. Zoals de naam al zegt zijn de bolletjes zeer donkerbruin tot zelfs zwart. In de literatuur wordt deze soort vooral van naaldhout beschreven, maar hij kan ook op loofhout voorkomen (foto 3).

Het goudgeel draadwatje (Trichia persimilis) vormt aaneengesloten groepjes op sterk verrot hout (foto 4). Net als beide andere soorten is ook deze slijmzwam in Friesland zeldzaam. Het goudgeel draadwatje was tot nu toe alleen nog van Terschelling bekend.

Trilzwammen zijn een andere groep paddenstoelen die helemaal opfleuren in natte omstandigheden. Volgezogen met water kunnen ze dan vaak tot grote omvang uitdijen, en zijn ze uitermate fotogeniek.

  • De gele trilzwam (Tremella mesenterica) staat tot nu toe op de tweede plaats van meeste gemelde soorten sinds het begin van de inventarisaties. De gele trilzwam is met zijn felle gele kleur al van ver zichtbaar, en al zijn ze zelfs door droogte verschrompeld, een klein geel kloddertje wordt al snel als gele trilzwam herkend (foto 5).
  • Ook de klontjestrilzwam (Exidia nucleata) staat in de top tien van het Leeuwarder bos (foto 6). Als er klontjes in het witte vruchtlichaam zitten, is herkenning niet lastig. De witte propjes kunnen echter ook ontbreken, waardoor verwarring met de stijfselzwam (Exidia thuretiana) mogelijk is. Microscopisch onderzoek brengt dan de enige zekerheid. In het Leeuwarder bos blijken exemplaren zonder klontjes toch bijna altijd de klontjestrilzwam te zijn. De stijfselzwam is tot nu toe maar één keer met zekerheid in het Leeuwarder bos vastgesteld.
  • Net als de gele trilzwam komt ook de eikentrilzwam (Exidia truncata) op eik voor. De eikentrilzwam is in Friesland een zeer algemene soort, maar met slechts een paar aantal meldingen lijkt deze soort in het Leeuwarder bos vrij zeldzaam te zijn (foto 7).

Enkele waargenomen soorten...

Statistiek
Kilometerhok: 181-581
Aantal soorten: 37
Nieuw voor kilometerhok: 7
Nieuw voor Leeuwarder bos: 3