Menu

12 september 2020 - Een kleine, oranje verrassing

(c) Ben Engelen (3 en 6) & Sjoerd Greydanus (1, 2, 4 en 5)

Het blijft opmerkelijk, dat veel excursies in het Leeuwarder bos met een inktzwam beginnen. Dit keer staken een drietal schubbige hoedjes op een pas gemaaid stukje gras net boven de grond uit.

De geschubde, witte hoed van een geschubde inktzwam (Coprinus comatus) is zo kenmerkend, dat een onvolgroeid exemplaar zonder enige twijfel herkend kan worden (foto 1). Het leek de enige soort in het perkje te zijn, en dus werd naar het bos doorgelopen.

Aan de rand van het bos viel direct al een groepje kleine, bruine paddenstoelen op. Nu zijn kleine, bruine soorten niet zo geliefd bij mycologen, omdat er teveel soorten van zijn, en daarom lastig op naam te brengen. De roze lamellen wezen op een satijnzwam, en het was eigenlijk al direct duidelijk, dat het hier weer om de grauwe bossatijnzwam (Entoloma rhodopolium) ging, een satijnzwam die ook tijdens de vorige excursie al gevonden was. Nu echter leek hij zich over het bosperceel verspreid te hebben, in ontelbare groepjes (foto 2).

Wie gaat fotograferen en op de grond gaat zitten, vindt vaak al snel verborgen paddenstoelen. Ook nu was dit het geval. Ergens op een verrotte boomstam groeide het gestreept nestzwammetje (Cyathus striatus). Als ze nog dicht zijn, vallen ze nauwelijks op met hun bruine kleur, maar geopend steekt de witte binnenzijde vaak tegen het hout af. Dankzij de snipperhoutpaden is het gestreept nestzwammetje een algemene paddenstoel geworden. In het Leeuwarder bos is voor deze fraaie paddenstoel dankzij het vele dode hout genoeg ruimte (foto 3).

Meestal zijn oesterzwammen zeer geliefd bij slakken, maar dit keer hadden we geluk en vonden we op een boomstam nog bijna intacte bleke oesterzwammen (Pleurotus pulmonarius) (foto 4) . In de zomer en vroege herfst wordt meestal de bleke oesterzwam gevonden, de grijzige gewone oesterzwam verschijnt pas later. Beide soorten zijn in het Leeuwarder bos bekend.

Zoals bekend is het Leeuwarder bos rijk aan korstzwammen. Een opvallende korstzwam is de bloedende buisjeszwam (Physisporinus sanguinolentus). Als de glasachtige buisjes worden aangeraakt, verkleuren deze na een paar minuten bloedrood. De bloedrode kleur gaat langzaam over in roestbruin (foto 5). De bloedende buisjeszwam is een algemene soort die in het Leeuwarder bos ook al verschillende malen is aangetroffen. Voor de eerste keer werd het gladsporig dwergkorstje (Trechispora cohaerens) gevonden. In Friesland is deze soort zeldzaam, met slechts nog een 17-tal vindplekken.

Aan het einde van de excursie werd het stukje grasveld nog een keer onderzocht. Een groepje van de stoffige bundelzwam (Pholiota conissans) was niet over het hoofd te zien. De stoffige bundelzwam groeit vrij specifiek op dood gras of op wortels van rietachtigen. Het dus eigenlijk geen verrassing deze soort hier te vinden.

De zwartwordende wasplaat (Hygrocybe conica) was lastiger te vinden, want verscholen tussen afgemaaid gras onder een boom. Alleen dankzij de feloranje kleur viel hij nog op (foto 6). Wasplaten zijn in het algemeen specifiek gebonden aan schrale hooilanden, maar de zwartwordende wasplaat komt ook in parken en plantsoenen voor. Hij vormde de kleurrijke afsluiting van een mooi excursie.

Enkele waargenomen soorten...

Statistiek
Kilometerhok: 181-581
Aantal soorten: 35
Nieuw voor kilometerhok: 8
Nieuw voor Leeuwarder bos: 3