Dankzij overvloedige regen en zachte temperaturen waren er ook in november nog volop paddenstoelen te vinden, reden genoeg om met een groepje van vijf personen een klein stukje Leeuwarder bos uit te kammen. Het Leeuwarder bos is vooral voor houtpaddenstoelen een ideaal leefgebied, en ook nu ontbraken zwerminktzwammen (Coprinellus disseminatus) en gewone glimmerinktzwammen (Coprinellus micaceus) niet.
In grote groepen, stronken en stammen overdekkend, vallen deze soorten erg gemakkelijk op. Maar er zijn ook soorten die soms een wat meer verborgen bestaan leiden. Diep verscholen in de spleet van een vermolmde stronk werd een witte paddenstoel gevonden. Omdat alleen een hoedje zichtbaar was, leek het eerst een oorzwammetje te staan, maar bij nader onderzoek bleek aan het hoedje een erg lange steel vast te zitten. Omdat het hoedje enigszins wasachtig berijpt was, werd al snel duidelijk, dat het om de stronktrechterzwam (Clitocybe truncicola) ging (foto 1). Het is de enige trechterzwam die op dood hout groeit. Dit was de tweede plek in het bos waar de soort is gevonden. Tot nu toe is het Leeuwarder bos de enige vindplaats in Friesland van deze soort.
Echte oorzwammetjes ontbraken tijdens deze excursie natuurlijk niet. In het Leeuwarder bos is deze herfst vooral het bleek oorzwammetje (Crepidotus caspari) aangetroffen (foto 2). Van de witte oorzwammetjes heeft alleen het rondsporig oorzwammetje (Crepidotus caspari) meer meldingen.
Laat in seizoen raken ook veel paddenstoelen in verval en beginnen te rotten. Soms wordt het rottingsproces ondersteund en versneld door zwameters. Vaak zijn rottende paddenstoelen te goor om aan te pakken, maar dit keer moest een doorweekte, slijmerige, glibberige kaaszwam wel opgepakt worden, omdat hij was overdekt met een prachtige, oranje laag. Onder de loep waren heel fijne bolletjes te zien. Dit was onmiskenbaar de oranje zwameter (Hypomyces aurantius) (foto 3). De oranje zwameter kan op verschillende paddenstoelen voorkomen, maar lijkt wel een sterke voorkeur voor kaaszwammen te hebben. Het was de eerste vondst van deze soort in het Leeuwarder bos.
De omstandigheden leken ideaal voor slijmzwammen. Op veel verteerde stammen werden witte, oranje, of rode vruchtlichamen van slijmzwammen gevonden, soms enkele bij elkaar, soms in grotere groepjes. De kleine, felgekleurde vruchtlichaampjes zijn ideaal voor macrofotografie. Het fotograferen geeft een directer resultaat dan het determineren. Vaak moeten ze nog enkele dagen rijpen, totdat ze daadwerkelijk sporen hebben. Uiteindelijk bleken er tijdens de excursie vier soorten gevonden te zijn.
Het karmijnrood netwatje (Arcyria denudata) kenmerkt zich door een pluisvormig vruchtlichaam met een prachtig karmijnrode kleur (foto 4). Van de netwatjes is dit nog de enige soort die in het Leeuwarder bos is aangetroffen.
Van de draadwatjes komen in het Leeuwarder bos vier verschillende soorten voor. Het peervormig draadwatje (Trichia decipiens) is tot nu toe op drie verschillende plekken gevonden (foto 5).
Op het laatst was er weer tijd voor de grotere paddenstoelen. Het spectaculaire sluitstuk van de excursie was een boomstronk die volledig begroeid was met het stobbezwammetje (Kuehneromyces mutabilis) (foto 6). Het stobbezwammetje groeit vaak in grote groepen, maar geen van de deelnemers had ooit zo'n massale bijeenkomst van deze paddenstoelen gezien.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Kilometerhok: | 182-581 |
Aantal soorten: | 55 |
Nieuw voor kilometerhok: | 6 |
Nieuw voor Leeuwarder bos: | 3 |