Menu

18 december 2021 - Tegen een blauwtje aanlopen

(c) Ben Engelen (1, 5) & Sjoerd Greydanus (2-4,6)

Aan de plaatjeszwammen was duidelijk te zien, dat het einde van het paddenstoelseizoen nabij was. Het merendeel was vervallen tot een weke prut. Toch, er verschijnen in december ook weer verse, jonge paddenstoelen. Oorzwammetjes kunnen bijna het hele jaar door gevonden worden, al kan de soort verschillen.

Er werden op verschillende plekken kleine, witte oorzwammetjes gezien, en nu bleek het allemaal om het rondsporig oorzwammetje (Crepidotus cesatii) te gaan (foto 1). Het rondsporig oorzwammetje is de algemeenste van de witte oorzwammetjes in het Leeuwarder bos.

Door hun stevige vruchtlichamen zijn veel houtzwammen minder gevoelig voor fluctuerende weersomstandigheden. Daardoor kun je in de wintermaanden nog vaak prachtige houtzwammen vinden. Op de stam van een sleedoorn groeiden de languitgerekte vruchtlichamen van de boomgaardvuurzwam (Phellinus tuberculosus) (foto 2). De boomgaardvuurzwam is een soort die algemeen op Prunus-soorten voorkomt. Als determinatiekenmerken gelden ook de zwartverkleuring met kaliumhydroxide en de aanwezigheid van kleine setae, maar deze blijken erg lastig te vinden zijn in een preparaat.

De zachte vruchtlichamen van kaaszwammen hebben slechts een beperkte levensduur. Toen een paar kleine kaaszwammetjes met een paar vaagblauwe vlekjes werden gevonden, werd in eerste instantie gedacht aan verschimmelende exemplaren. Toen de kaaszwam aan de onderzijde werd aangeraakt, bleek er een lichtblauwe verkleuring op te treden. Bij nader inzien ging het dus om één van de blauwverkleurende kaaszwammen. De dunne vaalblauwe kaaszwam (Postia alni) onderscheidt zich door de kleine, dunne vruchtlichamen met 5-6 poriën per millimeter. Deze kaaszwam groeit op loofhout. Zijn dubbelganger, de dikke vaalblauwe kaaszwam (Postia alni), heeft forsere, dikkere vruchtlichamen met 4-5 poriën per millimeter. De dunne blauwe kaaszwam is nieuw voor Friesland.

Op plantenresten, twijgen en takjes willen altijd wel kleine ascomyceten groeien. Eén van de mooiere soorten is het witbruin franjekelkje (Lasiobelonium variegatum) (foto 3). Het witbruin franjekelkje geldt als een zeldzame soort, maar is in het Leeuwarder bos al twee keer gevonden. De andere vindplaats in Leeuwarden is de heemtuin van het Van Hall instituut. In Friesland is deze soort gezien vanaf december tot en met mei. Misschien is vooral de fructifactie in de wintermaanden en het vroege voorjaar reden van de vermeende zeldzaamheid.

Ook nu werden weer slijmzwammen gevonden. Het karmijnrood netwatje (Arcyria denudata) valt met zijn rode kleur gemakkelijk op (foto 4). Dit netwatje is nu al voor de tweede keer kort na elkaar gevonden. Voor wie zoekt, lijkt deze fraaie slijmzwam een algemeen voorkomende slijmzwam in het Leeuwarder bos te zijn.
Het loodkleurig netplaatje (Dictydiaethalium plumbeum) werd voor de vijfde keer in het Leeuwarder bos gezien (foto 5). Deze soort is gemakkelijk herkenbaar aan de oranje, loodgrijs verkleurende vruchtlichamen, en verschijnt meestal pas laat in de herfst.

Ook korstzwammen ontbraken tijdens deze excursie niet. Met vochtig weer is de algemene schorsbreker (Vuilleminia comedens) op zijn mooist (foto 6). Dan komt zijn paarsachtige waas het best tot zijn recht. De schorsbreker is tot nu toe slechts een vijftal keer in het Leeuwarder bos aangetroffen.
Als sluitstuk van de excursie werd nog een nieuwe korstzwam voor Friesland gevonden. Het muizentandkorstje (Hyphodontia gossypina) is ook in Nederland erg zeldzaam.

Enkele waargenomen soorten...

Statistiek
Kilometerhok: 183-582
Aantal soorten: 30
Nieuw voor kilometerhok: 14
Nieuw voor Leeuwarder bos: 2