Al enige decennia lang staat Froskepôlle bekend als groeiplaats van rode kelkzwammen. Ieder jaar verschijnen ze daar weer, meestal in januari en februari. Om ze zo snel mogelijk te kunnen bewonderen, liepen we met ons vieren linea recta naar de vermeende groeiplek. Het duurde dan ook niet lang, of we hadden tussen de bladeren de eerste exemplaren gevonden.
Na microscopische controle bleek het de krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca) te zijn (foto 1). Na deze volgden meer en meer, over een lengte van enkele tientallen meters langs het pad. Enkele exemplaren werden onderzocht, en de krulvormige haren lieten er geen twijfel over bestaan, dat de krulhaarkelkzwam in Froskepôlle de overhand heeft.
Op zoek naar paddenstoelen in een wilgenbosje werden enkele, vrij forse kelkzwammen gevonden. Ze groeiden op een wilgentak, leken intenser rood, en bovendien waren ze enigszins platter dan de komvormige kelkzwammen die tot dan toe waren gevonden. Voor de zekerheid werd een exemplaar meegenomen. Onder de microscoop bleek geen van de haren te krullen. Bovendien waren de sporen rond aan de uiteinden, een duidelijk verschil met de sporen van de krulhaarkelkzwam, waarvan de meeste sporen aan het uiteinde een klein deukje hebben. Het was dus een groepje van de rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea) (foto 2). De rode kelkzwam is in de Froskepôlle en in Friesland veel zeldzamer. Hij is slechts nog van drie plekken in Friesland met zekerheid bekend.
Gelukkig is de Froskepôlle een afwisselend terrein, zodat er van meer paddenstoelen te genieten valt. Eén van de grotere paddenstoelen was de kogelhoutskoolzwam (Daldinia concentrica) (foto 3). De kogelhoutskoolzwam staat bekend als een algemene paddenstoel, maar wordt per jaar slechts een paar keer gemeld. Deze zwam komt vooral voor op dood hout van essen. Na de essentakziekte waarbij als maatregel vaak de essen zijn gekapt, lijkt er dus genoeg voedsel voor deze fraaie zwam te zijn.
Het gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes) is een typische winterpaddenstoel. Deze werd dan ook op een groot aantal verschillende plekken gevonden. Een grotere verrassing was de vondst van een mosklokje. Op het mos in het wilgenstruweel stonden een drietal exemplaren van het grasmosklokje (Galerina graminea) (foto 4). Het grasmosklokje onderscheidt zich door het ontbreken van gespen aan de hyfen en de kopvormige cystiden. De steel is fijn behaard. Deze soort was nog niet eerder in de Froskepôlle gevonden.
In Froskepôlle ligt veel dood hout, en dus werden ook een groot aantal korstzwammen gevonden, zoals het groezelig huidje (Phanerochaete sordida) en de roze raspzwam (Steccherinum ochraceum). Ook deze zijn nieuw voor het gebied. De gemakkelijk herkenbare en zeer algemene donzige korstzwam (Cylindrobasidium laeve) werd op een groot aantal plekken gezien (foto 5).
Een natte winterperiode blijkt ook heel goed te zijn voor slijmzwammen. Op schors werden twee verschillende draadwatjes ontdekt, namelijk het
peervormig draadwatje (Trichia decipiens) en het fopdraadwatje (Trichia varia). Beide soorten zijn in Friesland nog slechts een twintigtal keer gemeld.
Het glad kristalkopje (Didymium difforme) daarentegen was de eerste vondst van Friesland. Volgens de literatuur is het een zeer algemene soort die op afgestorven stengels groeit en ook vaak op tuinafval voorkomt. Deze slijmzwan is met een loep zichtbaar als een witgrijs, afgeplat eierschaaltje op half vergane stengels.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 29 januari 2022 |
Kilometerhok: | 185-578 / 186-578 |
Aantal deelnemers: | 4 |
Aantal soorten excursie: | 44 / 6 |
Nieuw voor kilometerhok: | 17 / 3 |
Totaal kilometerhok: | 132 / 23 |