Menu

Gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum)

(c) Sjoerd Greydanus

De gele aardappelbovist is na de gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare) de meest gemelde soort in Friesland.

Qua verspreiding (aantal kilometerhokken) komt hij echter niet in de top tien voor. De gele aardappelbovist heeft een voorkeur voor loofbossen op de armere zandgronden, en ontbreekt nagenoeg op de klei. De gele aardappelbovist is een mycorrhiza die het meest onder loofbomen wordt aangetroffen, maar ook in naaldbospercelen kan worden gevonden.

De harde vruchtlichamen van de gele aardappelbovist vergaan slechts langzaam. En zelfs nadat ze opengebroken zijn om de sporen te verspreiden, blijven de laatste resten nog lang zichtbaar. Dat is één van de redenen waarom de soort zo vaak gemeld kan worden. Toch, de harde vruchtlichamen beschermen de gele aardappelbovist niet tegen de kostgangersboleet (Pseudoboletus parasiticus) die het vruchtlichaam van de aardappelbovist laat verschrompelen, zodat er geen sporen meer in gevormd kunnen worden.

Zie ook:

(c) Sjoerd Greydanus

Verspreidingskaart


Periodiciteit

Het aantal meldingen van Scleroderma citrinum per decade (periode van tien dagen) vanaf 1980.

ID-kaart
Wetenschappelijke naam: Scleroderma citrinum
Nederlandse naam: Gele aardappelbovist
Friese naam: Giele ierappelpûster
Aantal meldingen: 3540
Aantal kilometerhokken: 641
Eerste melding: 12-08-1906, , omgeving Beetsterzwaag
Laatste melding: 13-01-2024, 206-564, Wijnjewoude, Wijnjeterperschar
Zeldzaamheidsklasse (Frl): algemeen
In Fries basisregister: nee