Gele trilzwam (Tremella mesenterica)
(c) Sjoerd Greydanus (1-4, 6-8) & Ben Engelen (5)
De gele flappen van de gele trilzwam zijn in de herfst en de winter nauwelijks over het hoofd te zien, zeker niet als ze na regebuien tot een tiental centimeters zijn opgezwollen. Onder droge omstandigheden verschrompelen ze tot geel-oranje knopjes die soms lastig van de oranje druppelzwam te onderscheiden zijn.
De gele trilzwam parasiteert op het mycelium van schorszwammen, meestal van de paarse eikenschorszwam (Peniophora quercina). De gele trilzwam wordt vaak op door de schorszwam aangetaste takken gezien die na een storm zijn afgebroken en op de grond terecht zijn gekomen. De verspreiding van de gele trilzwam in Friesland komt dan ook grotendeels overeen met de verspreiding van de paarse eikenschorszwam.
Zie ook:
(c) Sjoerd Greydanus
Verspreidingskaart
Periodiciteit
Het aantal meldingen van Tremella mesenterica per decade (periode van tien dagen) vanaf 1980.
ID-kaart | |
---|---|
Wetenschappelijke naam: | Tremella mesenterica |
Nederlandse naam: | Gele trilzwam |
Friese naam: | Giele trilswam |
Aantal meldingen: | 1480 |
Aantal kilometerhokken: | 702 |
Eerste melding: | 24-09-1967, 195-551, Vindplaats niet bekend (conversie IKC) |
Laatste melding: | 19-10-2024, 187-582, Gytsjerk, Buisman eendekooi |
Zeldzaamheidsklasse (Frl): | algemeen |
In Fries basisregister: | nee |