Menu

30 oktober 2015 - Inktzwammen in paardenstal (Westergeest)

Een paardenstal is voor paddenstoelen een biotoop op zich. Mest en stro hebben vorige jaar al het bijzondere roze kleefhoedje (Bolbitius coprophilus) opgeleverd. Aangezien er vele inktzwammen groeiden, was het voor de werkgroep reden om er een werkgroepavond te organiseren en ter plekke soorten uit deze lastige groep te determineren.

stromesthazenpootje (l) en witte mestinktzwam (r)(©Bregtje Miedema)
Het stromesthazepootje en witte mestinktzwam
(©Bregtje Miedema)
Hoekigsporige donsinktzwam(©Bregtje Miedema)
De hoekigsporige donsinktzwam
(©Bregtje Miedema)

In een paardenstal zijn de omstandigheden (lees: temperatuur) min of meer gecontroleerd en gematigd. Een paddenstoel die in de afgelopen periode boven de grond durfde te komen, was door de hitte vaak binnen een korte periode weer verschrompeld. Een heel verschil met de paardenstal waar al het hele voorjaar verschillende soorten inktzwammen en geringde vlekplaten (Panaeolus semiovatus) welig tierden. Een goede reden om een werkgroepavond in de paardenstal te houden.

Het doel van de werkgroepavond was met name het determineren van inktzwammen.

Inktzwammen vormen een lastige groep. Zoals de naam al aangeeft, verinken deze paddenstoelen, en in veel gevallen ook vrij snel. Een belangrijk determinatiekenmerk is het velum op de hoed, maar het velum is vaak vluchtig, en als men inktzwammen over grote afstand vervoert, is het velum in veel gevallen al verdwenen.

Hier was de gelegenheid om vers materiaal te determineren.

Op mest en stro komen vele soorten inktzwammen voor. In de paardenstal bleken drie soorten te groeien:

  • het stromesthazepootje (Coprinopsis macrocephala) kenmerkt zich door een webachtig velum dat de gehele hoed bedekt en dat microscopisch bestaat uit kettingen van lange elementen. Het voorkomen op stro en de maat van de sporen zijn dan verder doorslaggevend voor deze soort. Het stromesthazepootje is nu van drie verschillende vindplaatsen in Friesland gemeld.
  • het velum van de witte mestinktzwam (Coprinopsis nivea) ziet er op de hoed enigszins korrelig uit. Microscopisch is het helemaal uit gladde, ronde cellen opgebouwd. Ten opzichte van andere soorten met een dergelijk velum onderscheidt deze soort zich door de relatief brede sporen. De witte inktzwam is een redelijk algemene soort die in Friesland vooral gevonden wordt in begraasde gebieden met strorijke mest.
  • de hoeksporige donsinktzwam (Coprinellus marculentus) lijkt op het eerste gezicht weinig velum te hebben. Met de loep lijkt er slechts een dun glinsterend laagje te zien. Microscopisch blijkt het heel verrassend te bestaan uit pileocystiden die uit de hoed omhoogsteken. Inktzwammen waren vroeger allemaal bij het geslacht Coprinus ingedeeld, maar door nieuwe inzichten zijn de inktzwammen nu verdeeld over vier geslachten. De soorten met pileocystiden behoren nu tot het geslacht Coprinellus. Binnen dit geslacht is de hoekigsporige donsinktzwam gemakkelijk herkenbaar, doordat het de enige soort is met zeshoekige sporen. In Nederland is de hoeksporige donsinktzwam een zeldzame soort, en in Friesland is deze dan ook de eerste melding.

Kort samengevat, stro en mest in een paardenstal bieden een mooie kijk in de wondere wereld van de inktzwammen.