Na de langste droogteperiode in Nederland sinds het begin van de metingen kwam er donderdag 9 augustus eindelijk de langverwachte regen. In ieder geval in Friesland. In al die afgelopen gortdroge weken was er op paddenstoelengebied niet zoveel te beleven. Ok, meerjarige paddenstoelen als de echte tonderzwam (Fomes fomentarius) kwam je wel tegen en ook een enkele zwavelzwam (Laetiporus sulphureus) of harslakzwam (Ganoderma resinaceum). Maar verder?
Toch kan het snel veranderen. Amper een week na de eerste regenval is er al weer het nodige te zien. Gosse Haga liep zes dagen later door het Rijsterbos. Nu eens niet in de eerste plaats voor de natuur, maar voor de cultuur (de kunstenaarsactiviteit Lûd). Maar wie schetst zijn verbazing, hij komt al diverse verse paddenstoelen tegen: grasleemhoeden (Agrocybe pediades) , een plooirokje (Parasola plicatilis) en, toch wel heel aardig, een grote stinkzwam (Phallus impudicus). Bovendien eentje die zijn groene slijmerige sporenlaag al kwijt is.
De truc van het mycelium, van het netwerk van schimmeldraden, om gelijk na de eerste regen weer de draad op te pakken? Dat zal liggen in het optreden van een soort ruststadium waarbij mogelijk ook delen van het mycelium afsterven. Zodra er flink regen valt, zal de zwam weer ‘tot leven komen’ en ook de ontwikkeling van de vruchtlichamen kan weer gewoon doorgaan. Toch blijf je je verbazen.
Ga naar... de grote stinkzwam.