Leden van de werkgroep hebben ook dit jaar weer een grote hoeveelheid gegevens aangeleverd. Het aantal meldingen bedraagt (tot nu toe) ruim 7500 en het aantal gemelde soorten is bijna 700.
Het hoort bij de menselijke natuur om veel aandacht te hebben voor krenten in de pap. En wie aan paddenstoelen doet, weet dat er ieder jaar bijzonderheden zijn. De redenen hiervan zijn zeer divers.
Vanwege de klimaatverandering trekken warmteminnende soorten, die soms per ongeluk worden ingevoerd, geleidelijk Nederland binnen. Meestal begint zo'n soort vanuit het zuiden van Nederland, en dan is het slechts een kwestie van tijd (en geduld), voordat de soort ook Friesland heeft bereikt.
Daarnaast vormen paddenstoelen zeer onregelmatig vruchtlichamen. Als de omstandigheden niet gunstig zijn, kan een paddenstoel jarenlang uit zicht blijven. Als hij dan ergens weer verschijnt, kan het iets van een déja-vu geven, met herinneringen aan tijd dat de soort voor het eerst werd gezien.
Verder kan het ook met de uitbreiding van de kennis te maken hebben. Wie aan paddenstoelen doet, doet ongemerkt aan levenslang leren. En zo kan een studie van een groep of geslacht waar voorheen niet zoveel aandacht voor was, bijzondere en zeldzame paddenstoelen opleveren.
Enkele van deze bijzonderheden uit 2015 zijn: