Herfstachtige weken in de zomer hadden voor een explosie aan paddenstoelen aan het einde van juli en het begin van augustus gezorgd. Eindelijk leek een excursie van de werkgroep weer voldoende soorten op te gaan leveren om daadwerkelijk één te organiseren. Als excursiedoel werd de Lippenhuisterheide uitgekozen. Het openbaar toegankelijke gebied rondom de Lippenhuisterheide langs de Âlde Hearrewei en de Bûtewei staat al bekend als een goed terrein voor paddenstoelen. Van de Lippenhuisterheide zelf, deels in eigendom van it Fryske Gea, is minder bekend, en daarom werd bij It Fryske Gea een vergunning aangevraagd.
Bij de toegang tot de heide werden we verwelkomd door felgekleurde, goudgele paddenstoelen. De eerste was de de goudgele zwameter (Hypomyces chrysospermus) die een berkenboleet al grotendeels had overdekt (foto 1). De goudgele zwameter heeft een voorkeur voor boleten, maar kan ook op andere soorten aangetroffen worden, zoals, tijdens de excursie, ook nog op een aardappelbovist.
Door de zwameter was de berkenboleet al onherkenbaar geworden, maar gelukkig stonden er nog genoeg verse berkenboleten. De bruingrijze berkenboleet (Leccinum cyaneobasileucum) is waarschijnlijk de algemeenste berkenboleet in Friesland (foto 2). De blauwverkleuring aan de voet in combinatie met relatief lichtgekleurde schubben aan de steel en een ietwat fletse hoed maken de soort relatief eenvoudig te herkennen.
De andere gele soort was de gele berkerussula (Russula claroflava) (foto 3). De hoedomvang van deze stevige russula kan zeer groot worden. Hij komt alleen bij berken voor. Op de heide groeiden aan de voet van berken enkele exemplaren.
Daarna wilden we verder de heide op, maar hoge begroeiing, diepe greppels en verraderlijke kuilen maakten de heide zo onbegaanbaar, dat we na een kwartier besloten terug te keren. De hoge begroeiing maakte bovendien het zoeken naar paddenstoelen bijna onmogelijk.
Aan de grens van de heide langs het schelpenfietspad werd al snel een wasplaat gezien. De puntmutswasplaat (Hygrocybe acutoconica) is in eerste instantie herkenbaar een de slijmige hoed en de (na bevochtingen) plakkerige steel (foto 4). De puntmutswasplaat komt in Friesland vooral op de Waddeneilanden voor. Verder zijn hier en daar verspreid enkele vindplaatsen, bijvoorbeeld op kerkhoven of langs fietspaden.
Daarna vervolgde het fiets langs de rand van het bos, en werden er meer hout- en strooiselafbrekers gevonden, zoals bijvoorbeeld het dwergwieltje (Marasmius bulliardii) (foto 5). Evenals het wieltje (Marasmius rotula) onderscheidt het dwergwieltje zich doordat de lamellen zijn vastgehecht aan een soort velg dat zich los rondom de steel bevindt. Het dwergwieltje heeft een bruinachtig gekleurd hoedje en groeit op afgevallen bladeren, meestal van eik.
De stinkparasolzwam (Lepiota cristata) stond op twee verschillende plekken in het strooisel (foto 6). Deze kleine parasolzwam heeft een typisch rubberachtige geur, die overigens bij meerdere soorten parasolzwammen voorkomt. De stinkparasolzwam komt in heel Friesland verspreid voor. Toch is de soort niet een alledaagse verschijning, en behoort de vondst van deze parasolzwam zeker tot de hoogtepunten van de excursie.
Ook tijdens deze excursie werd weer een groot aantal korstzwammen meegenomen en uitgezocht, en dat leverde een nieuwe soort voor Friesland op, namelijk de geweicelkorstzwam (Dichostereum effuscatum). De geweicelkorstzwam is een fel oranjegekleurde korstzwam, en lijkt daardoor uiterlijk sterk op de algemene oranjerode schorszwam (Peniophora incarnata). Microscopisch ziet deze soort er echter heel anders uit. Een direct in het oog vallende verschil zijn al de sporen. De sporen van de geweicelkorstzwam zijn wrattig, wat voor korstzwammen sowieso al uitzonderlijk is. En verder bevinden zich in het vruchtlichaam geweivormige hyfen waar de soort zijn naam aan te danken heeft.
Zoals wel vaker gebeurt werd de spectaculairste soort tot aan het einde van de excursie bewaard. Onder de eiken werden al forse exemplaren van de blauwvoetstekelzwam (Sarcodon scabrosus) gevonden (foto 7). Met nog slechts een tiental vindplaatsen is deze stekelzwam een zeldzame verschijning in Friesland. In verse condities is het onderste deel van de steel vaak blauw gekleurd, maar naarmate de soort verouderd, verdwijnt deze kleur en wordt de steelvoet min of meer zwart.
Met negenenveertig soorten waarvan vijfentwintig nieuw voor de bezochte kilometerhokken en zelfs één nieuw voor Friesland, kan de eerste excursie van het najaarsseizoen succesvol worden genoemd.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 13 augustus 2023 |
Kilometerhok: | 202-560 / 202-561 |
Aantal deelnemers: | 6 |
Aantal soorten excursie: | 32 / 17 |
Nieuw voor kilometerhok: | 18 / 7 |
Totaal kilometerhok: | 173 / 213 |