Een tas vol hout (zondag 25 maart 2018)
Omdat begin maart de Russische beer Nederland binnenstormde, werd de excursie tot eind maart uitgesteld. Weliswaar vroor het nauwelijks meer in de laatste week van maart, maar van lente was nog geen sprake. Omdat nog niet veel paddenstoelen verwacht werden, was er niet een doel gepland, maar werd de excursie bij het parkeertterein begonnen. Het bleek, dat veel meer dan een kilometer niet hoefde te worden gelopen om bijzondere soorten te vinden.
Op zoek naar de krulhaarkelkzwam (zaterdag 3 maart 2018)
Paddenstoelen zijn al even variabel in hun voorkeuren als mensen. Ook onder paddenstoelen zijn er liefhebbers van de winter. Het gewone fluweelpootje is het bekendste voorbeeld. De rode kelkzwam en verwanten staan er eveneens om bekend, dat ze vooral in de winter kunnen worden gevonden. Tijdens de excursies in het Leeuwarder Bos leek op het eerste gezicht een stuk elzenbos uitermate geschikt als groeiplaats voor de krulhaarkelkzwam. Deze soort wordt vaak gevonden op door mos overgroeide takken van els of wilg. Reden genoeg om hier in de winter naar terug te keren.
Trilzwammen under cover (zondag 25 februari 2018)
Bij trilzwammen denkt men in eerste instantie aan de grote flappen van de gele, zwarte of bruine trilzwam. Toch vormen deze opvallende zwammen slechts een deel van de groep die in de volksmond trilzwammen wordt genoemd. Veel trilzwammen zien er onopvallend uit, en zijn niet meer dan een dun korstje op een tak of een twijg. Pas onder de microscoop wordt de ware identiteit van deze korstvormige trilzwammen onthuld, doordat ze overlangs gesepteerde basidiën hebben.
De laatste der slijmerige gordijnzwammen (zondag 25 februari 2018)
Bijna uitgestorven in Nederland. De slijmerige gordijnzwam werd het laatste decennium alleen nog op Terschelling gevonden. Vorig jaar troffen Sjoukje Mulder en Bob Schot de roodbruin gekleurde gordijnzwam op Vlieland aan.
Op zoek naar de krulhaarkelkzwam (zondag 18 februari 2018)
De vorige excursie was geëindigd met koude voeten. Om dit te voorkomen was in februari een actievere excursie gepland, met als thema: op zoek naar de krulhaarkelkzwam. De krulhaarkelkzwam is verwant aan de rode kelkzwam. Beide soorten komen in Nederland voor. De krulhaarkelkzwam heeft een voorkeur voor els- en wilgstruwelen, en groeit vooral op afgevallen, met mos overdekte takken. De Froskepôlle is al sinds de vorige eeuw de bekendste vindplaats van deze fraaie, roodgekleurde bekerzwam. Omdat het Leeuwarder Bos vochtige percelen heeft met els op een mosrijke ondergrond, zou theoretisch de krulhaarkelkzwam aanwezig kunnen zijn.
Een elfendoekje in het Leeuwarder bos (zaterdag 10 februari 2018)
Omdat het dode hout in het Leeuwarder bos blijft liggen, kunnen in het bos veel houtzwammen en op hout levende korstzwammen worden gevonden. De laatste zijn op zicht niet met zekerheid op naam te brengen, en moeten microscopisch worden gedetermineerd. In praktijk komt het er dan op neer om alle vondsten mee te nemen. En dan blijkt tussen de gevonden voorwerpen soms een bijzondere, zeldzame soort aanwezig te zijn, zo zeldzaam, dat het zelfs enkele weken duurt, voordat de naam definitief door deskundigen bevestigd wordt.
Bijzondere houtzwammen in het Nannewiid (zaterdag 10 februari 2018)
Dat in een zachte winter nog voldoende paddenstoelen zijn te vinden, bewees Frans Ozinga in het begin van januari 2018. De eerste helft van januari had zich gekenmerkt door veel regen en weinig vorst. In twee uur noteerde hij in het Nannewiid 48 soorten. Vanzelfsprekend bevonden zich daaronder ook vele houtzwammen, en zelfs een paar soorten die in Friesland zeldzaam zijn.
Koude voeten in het Leeuwarder bos (dinsdag 6 februari 2018)
De eerste excursie van 2018 in het Leeuwarder bos werd op 14 januari gehouden. Het bleek door de gure oostenwind een kille zondag te zijn. Langs de Kalkvaart en in het Leeuwarder bos bleek zelfs in deze wintermaand voldoende te vinden te zijn. Het tempo van de excursiedeelnemers lag daardoor zeer laag, te laag om de voeten warm te houden. Daarom vond een ieder het na twee uren mooi genoeg. Uiteindelijk werden dertig soorten op naam gebracht.