De Tsjalberterkrite nabij Tsjalleberd is een natuurgebied dat behoort bij De Deelen en is in eigendom van Staatsbosbeheer. De Tsjalberterkrite bestaat uit graslanden, moerasbos, rietland en schraallandstroken en is niet overal vrij toegankelijk. Door het gebied loopt het fietspad Albert Mol's Menninge, dat grenst aan het moerasbos. Omdat zulke vernatte gebieden interessante soorten kunnen opleveren, had de werkgroep het pad voor een excursie uitgekozen.
Omdat in zulke natte gebieden wilg, els en berk meestal overheersen, was het niet verwonderlijk om als één van de eerste soorten de roodporiehoutzwam (Daedaleopsis confragosa) te vinden (foto 1). Deze soort heeft een voorkeur voor moerasbossen, en geldt daar als één van de belangrijkste houtafbrekers. De vruchtlichamen zijn éénjarig, en aan deze was al te zien, dat ze aan het einde van hun bestaan waren.
De andere forsere houtafbreker was de winterhoutzwam (Polyporus brumalis) (foto 2). Deze exemplaren waren behoorlijk uitgegroeid. De winterhoutzwam is in veel minderen mate aan natte gebieden gebonden. De winterhoutzwam is te herkennen aan de relatief grotere poriën, die nog met het blote oog zichtbaar zijn. Naarmate het voorjaar vordert, lijkt deze soort langzamerhand door de vroege houtzwam (Polyporus ciliatus) vervangen te worden. De poriën van deze soort zijn zo fijn, dat ze met het blote oog nauwelijks meer te onderscheiden zijn.
Deze beide soorten, die direct aan het begin van de excursie werden gevonden, waren tevens de grootste; daarna moesten we ons tevreden stellen met korstzwammen en kleine ascomyceten.
Het eivormig ruigkogeltje (Lasiosphaeria ovina) compenseert zijn minieme afmetingen door in groepjes te groeien (foto 3). Het eivormig ruigkogeltje is meestal gemakkelijk te herkennen als een wit, pluizig bolletje met een zwart puntje. Naarmate ze verweren, is het lastiger te onderscheiden, of de zwarte kogeltjes niet door een witte schimmel is overwoekerd. In dat geval biedt de microscoop uitkomst.
De korstzwammen waren met een tiental soorten de belangrijkste groep paddenstoelen tijdens deze excursie. Eén soort werd op verschillende plekken gezien, namelijk de roze raspzwam (Steccherinum ochraceum) (foto 4 en 5). De roze raspzwam heeft roze- tot vleeskleurige stekeltjes aan de onderzijde. Als raspzwam maakt hem dit wel herkenbaar, maar, omdat er drie vergelijkbare soorten zijn, moet de microscoop er altijd aan te pas komen. En zelfs dan kan het onderscheid nog lastig zijn. Wie hem in het veld vindt en de prachtige, fotogenieke onderzijde bekijkt, denkt daar vooralsnog niet aan.
Het groezelig huidje (Phanerochaete sordida) is geen onbekende soort meer tijdens excursies (foto 6). Ook deze soort werd op verschillende plekken aangetroffen. Door het witte pluis van de laatste vondst van deze soort kwamen zwarte vlekjes tevoorschijn. Het was eerst niet duidelijk wat deze zwarte stippen zouden kunnen zijn, maar gelukkig kwamen deze schijfjes ook voor op een deel van de tak dat nog niet door het groezelig huidje was overdekt.
Na microscopisch determinatie bleek het om het zwartgroen geleischijfje (Claussenomyces atrovirens) te gaan (foto 7). Dit was de tweede vondst van deze soort in Friesland, en daarmee een mooie afsluiter van de excursie.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 08 april 2023 |
Kilometerhok: | 191-558 / 192-558 |
Aantal deelnemers: | 5 |
Aantal soorten excursie: | 14 / 9 |
Nieuw voor kilometerhok: | 14 / 9 |
Totaal kilometerhok: | 43 / 16 |