Het was al weer even geleden dat we een excursie hadden gehad. De zomermaanden en een langzame start van het paddenstoelenseizoen (in onze regio dan), maakten dat we geen idee hadden of we überhaupt iets zouden gaan vinden. Met zeven man sterk, waaronder twee nieuwkomers, stonden wij weer startklaar!
Deze excursie stond in het teken van het meetnet Moeraspaddenstoelen. Vorig jaar vroeg Inge Somhorst, na de lezing over gordijnzwammen die ze had gegegeven, of wij als werkgroep hier ook aan mee wilden werken. Vandaar dat Inge zelf deze ochtend ook aanwezig was om ons wegwijs te maken in de moeraspaddenstoelen.
Voor deze moeraspaddenstoelen zijn er drie habitats namelijk de veenmosrietlanden, hoogvenen en hoogveenbossen. In het Wikelslân is het vooral laagveen, berkenbroekbosjes en veenmosrietland. Dit betekent niet dat we hier geen hoogveensoorten tegen kunnen komen overigens!
Het begin was niet heel veelbelovend, maar toen we bij het berkenbroekbos kwamen troffen we al meerdere soorten aan.
In het berkenbroekbos is een logische vondst de gele berkenrussula (Russula claroflava) (foto 1). Deze troffen we op meerdere plaatsen. De gele berkenrussula is een relatief stevige russula die met zijn heldergele hoed erg opvalt. Hij groeit altijd samen met berken, en dan in broekbosachtige biotopen.
Erg leuk waren de vele kostgangerboleten (Pseudoboletus parasiticus) (foto 2). Deze op de gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum) parasiterende paddenstoel wordt dit jaar op veel plekken gezien.
Daarnaast was er een overvloed aan fopzwammen. We vonden drie soorten, namelijk gewone fopzwam (Laccaria laccata), schubbige fopzwam (Laccaria proxima) en gekroesde fopzwam (Laccaria tortilis). De gewone fopzwam is de algemeenste van de drie soorten, en erg lastig te onderscheiden van de schubbige fopzwam. De gekroesde fopzwam is een erg kleine soort, die het liefst onzichtbaar lijkt te willen blijven.
Van de amanieten was alleen de roodbruine slanke amaniet (Amanita fulva) aanwezig (foto 3)
Een grote verrassing was de groene glibberzwam (Leotia lubrica) (foto 4). Deze soort verwacht je in eerste instantie in de loofbossen van de pleistocene zandgronden te vinden. Hij groeit wel altijd op mosrijke plekken, en misschien is de aanwezigheid van mos belangrijker voor deze fraaie paddenstoel dan het type loofbos.
Een andere soort die ook het meest voorkomt in loofbossen op arme zandgronden was de grootsporige gordijnzwam (Cortinarius casimiri) (foto 5). In Friesland is deze soort bekend van een zestal vindplaatsen.
Dit alles was prachtig, maar tijdens deze meetnetexcursie waren de echte moeraspaddenstoel-soorten natuurlijk de toppers. Er werden verschillende, voor veenmos kenmerkende soorten gevonden:
Helaas vonden we nog geen wasplaten, waarvan er ook een paar tot het moeraspaddenstoelenmeetnet behoren.
Uiteindelijk werden 36 soorten geteld, wat niet tegenviel gezien de trage start van het seizoen.
Het kilometerhok voor het meetnet is hiermee vastgesteld en gaan we eens in de drie jaar bezoeken. Als er mensen zijn die het leuk vinden om tussendoor dit meetnethok te bezoeken, dat kan zeker! Geef het even door!
Ga voor meer informatie omtrent het moerasmeetnet en het downloaden van het informatieboekje naar... Meetnet paddenstoelen.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 14 september 2024 |
Kilometerhok: | 192-572 |
Aantal deelnemers: | 7 |
Aantal soorten excursie: | 36 |
Nieuw voor kilometerhok: | 12 |
Totaal kilometerhok: | 160 |