Tien deelnemers hadden zich op een parkeerterrein in Boornbergum verzameld om met een drietal auto's verder te rijden naar het perceel van de Van Teijens Fundatie achter De Woodbrookers in Kortehemmen. Dit perceel is normaliter niet toegankelijk, maar dankzij toestemming en een vergunning mocht de werkgroep het perceel verkennen. Alleen de KNNV-afdeling Drachten had in de negentiger jaren van de vorige eeuw een klein gedeelte van het perceel bezocht. Het ging toen om een gedeelte dat volledig door varens was bedekt, zonder veel paddenstoelen. Daarom was er dus nog weinig bekend.
Het was al snel duidelijk, dat de werkgroep met gemak hier verandering in kon brengen. Bij het betreden van het perceel struikelden we al over de blauwvlekkende fluweelboleten (Xerocomellus cisalpinus) (foto 1). De blauwvlekkende fluweelboleet is in zijn uiterlijk een erg variabele soort. Min of meer constante kenmerken zijn de snelle blauwverkleuring en de bruine hoed die snel in scheuren openbreekt waardoor een roodachtige tint zichtbaar wordt. De blauwvlekkende fluweelboleet is een algemene soort die ook in parken en plantsoenen veelvuldig voorkomt.
De tweede soort die verspreid door het perceel voorkwam was de breedplaatstreephoed (Megacollybia platyphylla) (foto 2). De breedplaatstreephoed is vrij gemakkelijk te herkennen aan de brede aangehechte lamellen zonder rozige tint en aan de dikke myceliumstreng aan de voet van de steel. Met deze myceliumstreng is deze soort aan ondergronds hout verbonden.
Dankzij de dikke strooisellaag en het vele dode hout was het perceel sowieso erg gunstig voor strooisel- en houtafbrekers. Eén van de fraaiste strooiselafbrekers was zondermeer de spikkelplooiparasol (Leucocoprinus brebissonii) (foto 3). Deze tere paddenstoel werd op enkele plekken aangetroffen. De spikkelplooiparasol is een algemene soort, maar wordt tijdens excursies toch niet vaak gezien. Deze fotogenieke soort behoorde daarom tot één van de hoogtepunten van de excursie.
De wollige franjehoed (Psathyrella artemisiae) kwam minder talrijk in het perceel voor (foto 4). De wollige franjehoed is één van de weinige franjehoeden die in het veld gemakkelijk herkenbaar is. Zeker als het vruchtlichaam nog jong is, is deze soort in zijn geheel bedekt met een wollig vachtje. In de loop der tijd verdwijnt dit, maar er blijven altijd nog genoeg resten over om de soort herkenbaar te houden.
Afgevallen takken leverde een grote hoeveelheid soorten op. Vaak moest de loep erbij te pas komen om ze te kunnen zien. Het minieme niersporig wasbekertje (Orbilia xanthostigma) valt dan nog enigszins op door de felle contrasterende kleur (foto 5). Het niersporig wasbekertje is een algemene paddenstoel, waarvan de verspreiding in Nederland vooral afhankelijk is van geïnteresseerde mycologen. Een wasbekertje vinden is slechts de eerste stap, daarna moet deze ook nog microscopisch worden gecontroleerd. De zeer kleine niervormige sporen zijn bij deze soort vaak lastig te vinden.
Een groot voordeel van soorten die op afgevallen takken groeien, is dat ze gemakkelijk omgedraaid kunnen worden. Met name saai witgekleurde soorten zijn aan de onderzijde prachtiger en opvallender. Zo laat de bleke oesterzwam (Pleurotus pulmonarius) zien, dat de vruchtlichamen aan een gemeenschappelijke, wollige basis ontspringen en dat korte en lange lamellen zich in een mooi patroon afwisselen (foto 6). De dikke vaalblauwe kaaszwam heeft daarentegen zeer fijne poriën (Postia subcaesia) (foto 7). Bij lichte druk kleuren de poriën zich enigszins blauw.
De gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum) is in de bossen op de zandgronden een zeer algemene verschijning. De kostgangerboleet (Pseudoboletus parasiticus) parasiteert op deze soort (foto 8). Toch worden lang niet alle vruchtlichamen van de gele aardappelbovist geïnfecteerd,
De excursie leverde twee nieuwe soorten voor Friesland op. Het geelbruin schorskorstje (Athelopsis recondita) is een onopvallende bruinachtige korstzwam. Deze soort is in geheel Nederland zeldzaam. In Drenthe is de soort wel op verschillende plekken gevonden.
Aan het einde van de excursies gingen een drietal deelnemers nog op zoek naar een witte kluifzwam (Helvella crispa) die enkel dagen tevoren al langs het fietspad was gezien. Onderweg viel het oog op een klein, bruin paddenstoeltje tussen de bramen. De lamellen van deze soort waren felrood te zijn. Het bleek om het verkleurzwammetje (Melanophyllum haematospermum) te gaan (foto 9). Het verkleurzwammetje wordt in Friesland niet vaak gevonden, het is nog slechts van een vijftiental kilometerhokken bekend.
Het verkleurzwammetje was een mooie afsluiting van een soortenrijke excursie.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 7 oktober 2023 |
Kilometerhok: | 200-565 |
Aantal deelnemers: | 10 |
Aantal soorten excursie: | 71 |
Nieuw voor kilometerhok: | 34 |
Totaal kilometerhok: | 189 |