Het Volkstuincomplex 'De Zandige Wijk' is een gevarieerd terrein, dat naast een honderdtal tuinen ook bosschages, bermen, houtwallen en grasperken omvat. Het complex lijkt theoretisch dus uitermate geschikt voor een grote diversiteit aan paddenstoelen. Omdat er nog weinig van bekend was, werd het tijd om hier eens rond te gaan kijken.
Allereerst werd het terrein rondom het bezoekerscentrum onderzocht, ogenschijnlijk een onopvallend grasveldje, omzoomd door een boomwal. Dit bleek echter uitermate rijk aan paddenstoelen te zijn. Eén van de eerste gevonden soorten waren enkele exemplaren van de rupsendoder (Cordyceps militaris). De rupsendoder is weliswaar zeer algemeen, maar het is erg stimulerend om een excursie met deze prachtig oranje vruchtlichamen te beginnen. Voor de rups was het natuurlijk minder prettig, want deze soort betekent het einde van zijn leven.
Ook de okergele korrelhoed (Cystoderma amianthinum) valt in het gras erg op door zijn kleur, maar dan in tinten okergeel. De okergele korrelhoed stond, vaak in kleine groepjes, her en der verspreid. De schubjes op de hoed waren meestal al verdwenen, maar op de steel kunnen de schubjes erg lang blijven zitten.
Op een takje werd een korstzwam met adervormige plooien ontdekt. Het bleek om het aderig wasvlies (Ceraceomyces serpens) te gaan, de derde vondst in Friesland. Een andere zeldzame soort die werd gevonden was de schelpharpoenzwam (Hohenbuehelia cyphelliformis). Omdat het exemplaar door de vele regen er niet meer vers uitzag, werd eerst gedacht aan een veromfaaid oorzwammetje, maar microsopisch bleek door de apart gevormde cystiden al snel, dat het een harpoenzwam was. Misschien komt de schelpharpoenzwam vaker voor dan de meldingen doen geloven, maar de motivatie om ieder oorzwammetje microscopisch te controleren, is niet altijd aanwezig.
Verder groeide het gewoon elfenschermpje (Mycena pura) nog erg massaal in het kleine gebiedje achter het informatiecentrum. Lang niet alle exemplaren hadden de kenmerkend zachtroze kleur, maar neigden meer naar geel. Het is bekend, dat van deze soort er gele vormen bestaan.
Na drie kwartier waren in dit kilometerhok (203-570) 33 soorten geregistreerd. Omdat door bramengroei de boomwal niet gemakkelijk toegankelijk was, werd besloten om naar de imkertuin te lopen, een educatief ingerichte tuin met houtsnipperpaden. Hieraan grenst een bomenrijk deel van het complex.
Het was geen verrassing om op het houtsnipperpad de oranjerode stropharia (Leratiomyces ceres) en de gewone beurszwam (Volvariella gloiocephala) te zien.
Een klein stukje hout daarentegen leverde wel een verrassing op. Het zwammetje was met blote oog nauwelijks waarneembaar. Onder de stereomicroscoop bleken de kleine kelkjes aan de buitenzijde enigszins glasachtige haartjes te hebben, die met een jodiumoplossing paars verkleuren. Het zwermwaterkelkje (Olla millepunctata) is nu voor de tweede keer in Friesland ontdekt.
De paarse knoopzwam (Ascocoryne sarcoides) en de nevelzwam (Clitocybe nebularis) behoren tot de zeer algemene soorten. Dankzij de regen pronkten de vruchtlichamen van de paarse knoopzwam prachtig glanzend, en de nevelzwam viel op door de vele, grote heksenkringen.
Aan het einde van de excursie werden op een heuveltje van modder en bladeren enkele exemplaren van een relatief grote bruine paddenstoel gezien. De uitgebochte aanhechtig van de plaatjes wees op een veldridderzwam, en na microscopisch onderzoek werd vastgesteld, dat het de okerkleurige veldridderzwam (Melanoleuca cognata) was. Ook deze soort is in Friesland nog zelden gevonden. Daarmee was het een mooie afsluiting van een soortenrijke excursie. In dit kilometerhok (204-570) werden 44 soorten genoteerd.
Enkele waargenomen soorten...
</div>