Even leek de vorst roet in het eten te gooien, maar enkele dagen voor de excursie steeg de temperatuur tot boven het vriespunt en regende het zo nu en dan. Reden genoeg om de excursie door te laten gaan. Zes personen stonden om half tien op het parkeerterrein om zich te laten verrassen door winterharde paddenstoelen.
De eerste verrassing liet zich al na tien minuten zien. Langs de mosrijke rand van het wandelpad naar het bos staken drie oranje knotjes net boven een paar korte grassprietjes uit. Oranje knotzwammen bestaan niet in Nederland, en dan is er slechts één keuze: de rupsendoder (Cordyceps militaris) (foto 1). Omdat in de wintermaanden niemand aan vlinders en rupsen denkt, wekt deze late verschijning van de rupsendoder wel enige verbazing. De gegevens laten echter zien, dat de rupsendoder vaker in januari wordt waargenomen. Januari lijkt de uiterste verschijningsmaand van deze soort te zijn. Het nieuwe seizoen van de rupsendoder begint in augustus.
Oorzwammetjes komen in het gehele jaar voor. In de herfst, als er veel soorten zijn, wordt aan oorzwammetjes weinig aandacht geschonken. Eén exemplaar, en dat is dan genoeg. Nu viel het groot aantal oorzwammetjes wel op. Ze werden overal gevonden, achter de schors van een dode boom, op afgevallen takjes, op grasstengels, op de stengel van een braam en op een afgevallen eikenblad. Deze oorzwammetjes leken met de rug aan het blad bevestigd te zijn. Er was direct het vermoeden, dat dit wel eens een ander oorzwammetje zou kunnen zijn dan het algemeen voorkomende wit oorzwammetje (Crepidotus variabilis). En dat klopte. Het klein oorzwammetje (Crepidotus epibryus) wordt vaker op bladeren gevonden (foto 2). Daarnaast groeit het op stengels van grassen en kruidachtige planten.
Een andere oranje verrassing was de kleine stinkzwam (Mutinus caninus) (foto 3). Stinkzwammen verwacht je wel in natte omstandigheden, maar niet kort na een vriesperiode. Het exemplaar lag er enigszins verschrompeld bij, maar de oranje top was nog bijna onbeschadigd. Ook bij deze soort blijkt uit de gegevens, dat hij zo nu en dan in januari en februari wordt gezien.
Van de gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum) daarentegen waren geen verse exemplaren meer te vinden. Wel lagen her en der nog resten van opengebarsten aardappelbovisten, waarvan de meeste vrij fors waren (foto 4). Of de overgebleven sporenmassa zich na de winter nog gaat verspreiden, dat blijft de vraag.
Trilzwammen komen in de wintermaanden wel vaak voor. Ze zijn droogte- en vorstresistent. Vanuit gedroogde of verschrompelde toestand zwellen ze direct weer op na regen. Helaas werden we tijdens deze excursie niet door de gele trilzwam (Tremella mesenterica) opgefleurd. Wel waren de eikentrilzwam (Exidia truncata) (foto 5) op een eikentwijgje en de zwarte trilzwam (Exidia plana) (foto 6) op een afgevallen tak aanwezig. Het is altijd erg leerzaam om twee vergelijkbare soorten tijdens een excursie te vinden, zodat je direct kunt zien wat precies de verschillen zijn.
In het beukenbos had plooivlieswaaiertje (Plicaturopsis crispa) hier en daar takken geheel overdekt. Ook op een kleine stronk pronkten deze fraaie paddenstoeltjes (foto 7). Het plooivlieswaaiertje is een algemene soort die men van augustus tot en met maart kan tegenkomen, niet alleen in bossen, maar ook in parken en plantsoenen. Het plooivlieswaaiertje is een soort die dankbaar van de temperatuurstijging in Nederland gebruik heeft gemaakt. Het werd aan het einde van de vorige eeuw voor het eerst in het zuiden van Nederland ontdekt, en daarna heeft het zich in rap tempo over Nederland verspreid, zodat het na dertig jaar een zeer algemene soort is geworden.
Vanzelfsprekend ontbraken in het beukenbos niet enkele, aan beuken gebonden soorten. Onder het balderdek werd op beukendopjes het beukendopgeweizwammetje (Xylaria carpophila) gevonden, en op takken de roestbruine kogelzwam (Hypoxylon fragiforme) (foto 8).
Na deze vondsten besloten de excursiegangers vanwege koude voeten te stoppen. De leerzame en gezellige excursie leverde uiteindelijk ruim dertig soorten op.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 13 januari 2024 |
Kilometerhok: | 206-563 / 206-564 / 207-563 |
Aantal deelnemers: | 6 |
Aantal soorten excursie: | 7 / 30 / 4 |
Nieuw voor kilometerhok: | 3 / 2 / 2 |
Totaal kilometerhok: | 200 / 238 / 250 |