Zeven leden van d werkgroep lieten zich niet door de kilte van een oostenwind weerhouden en stonden om half tien op het parkeerterrein klaar voor de excursie in het Franeker Bos. Het Franeker Bos is in de jaren 80 aangelegd, en heeft een oppervlakte van zestien hectare. Wat paddenstoelen betreft is het nog een redelijk onbekend gebied, waar, vooraf aan de excursie, nog slecht een vijftigtal soorten bekend waren.
Een reden daarvoor kan zijn, dat het bos in de herfst door de dichte ondergroei van braam nauwelijks toegankelijk is. Gelukkig bleek hier en daar braam gerooid te zijn, zodat de deelnemers zonder kleerscheuren het eerste perceel in konden lopen.
Tijdens winterexcursies is de hoop op dood hout gevestigd, en in het Franeker Bos was daarvan genoeg, variërend van stammen, takken en strooisel. De lijst begon dan ook al snel met enkele, zeer algemene, houtafbrekende soorten, zoals de geweizwam (Xylaria hypoxylon), het papierzwammetje (Byssomerulius corium) en de berijpte schorszwam (Peniophora lycii).
Meestal is het een kwestie van tijd en geduld, voordat de eerste, niet algemene soort wordt gevonden. Dit keer duurde het een kwartier. Aan de onderzijde van een op de grond liggende stam groeiden een groot aantal zijdelings aangehechte, vrij forse paddenstoelen. Bij paddenstoelen met zijdelings aangehechte hoedjes gaat er direct een checklijstje van mogelijke soorten af, maar het was geen oorzwammetje, geen oesterzwam, geen groene schelpzwam. Dan misschien een soort harpoenzwam, maar omdat harpoenzwammen zelden gevonden worden, moest deze thuis, met de microscoop, uitgezocht worden. Harpoenzwammen zijn microscopisch erg fraai vanwege de veelvormigheid aan cystiden. Deze cystiden zijn dan ook belangrijk voor de determinatie, die uiteindelijk leidde tot de bleke harpoenzwam (Hohenbuehelia mastrucata). De bleke harpoenzwam is in Friesland nog niet vaak gevonden, en mag dus zeker een hoogtepunt van de excursie genoemd worden (foto 1).
Een kwartier later ontdekte de groep opnieuw een soort die niet direct een belletje deed rinkelen. Het vruchtlichaam dat zich minstens een halve meter over de stam uitstrekte, leek in eerste instantie op een kurkstrookzwam, maar deze komt alleen op naaldhout voor. De typisch gevormde buisjes daarentegen deden denken aan de buisjes van een tandzwam (Schizopora). Het was terecht om in de richting van de laatste te zoeken, want na raadplegen van de literatuur leek abrikozenbuisjeszwam (Schizopora flavipora) de best passende naam. Hoewel algemeen komt deze soort slechts zelden op de lijsten van een werkgroepexcursie voor (foto 2).
De esdoornhoutknotszwam (Xylaria longipes) komt bijna altijd wel voor op plekken waar esdoorns staan of hebben gestaan. Verder lijkt de soort weinig eisen aan het milieu te stellen. Tijdens deze excursie werden verschillende groepjes van de sierlijke zwarte zwammen gevonden (foto 3).
Het gewoon donsvoetje (Tubaria furfuracea) is qua uiterlijk een zeer variabele soort, ook omdat de hoed sterk uit kan bleken en daardoor vele kleurvariaties kent. In verse toestand kan de hoed sterk doorschijnend gestreept zijn, en lijkt zich dan als een mosklokje te willen vermommen. Microscopisch kenmerkt het donsvoetje zich door de lange, smalle cystiden die enigszins in een knopje eindigen (foto 4).
Waar beuken staan is de beukendopgeweizwam (Xylaria carpophila) een bijna trefzekere vondst. Het wordt een raadsel, als een beukendopgeweizam wordt gevonden, terwijl in de verste verte geen beuk te zien is. Maar zelfs na goed kijken, geen twijfel, een beukendop met beukendopgeweizwam. Aan het einde van de excursie, toen de deelnemers weer terugliepen, zagen ze langs het fietspad een beuk staan. Kennelijk hadden vogels het beukendopje naar het andere perceel verplaatst.
Op een winterse grijze dag geven natuurlijk kleurrijke soorten fleur aan een excursie. Hoewel nog klein viel van de korstzwammen de oranjerode schorszwam (Peniophora incarnata) het meeste op. De oranjerode schorszwam is de algemeenste van de oranjegekleurde korstzwammen (foto 5).
De oranje kleur werd nog overtroffen door het knalrood van de rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea). Deze soort wordt op een tweetal plekken in het perceel gevonden (foto 6).
Met ruim dertig soorten was het een zeer bevredigende excursie, goed gepland voor de inval van de winter met sneeuw en vorst.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 8 februari 2025 |
Kilometerhok: | 163-578 / 164-578 |
Aantal deelnemers: | 7 |
Aantal soorten excursie: | 8 / 27 |
Nieuw voor kilometerhok: | 6 / 20 |
Totaal kilometerhok: | 22 / 65 |