Menu

10 februari 2024 - Froskepôlle (Leeuwarden)

(c) Sjoerd Greydanus

Twee jaar geleden had de werkgroep een excursie in de Froskepôlle georganiseerd om op zoek te gaan naar de krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca) en de rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea). Niet ieder lid kon toentertijd bij de excursie aanwezig zijn, en daarom gingen negen leden opnieuw naar de Froskepôlle. Nu de precieze vindplaatsen van deze soorten bekend waren, kon de groep rechtstreeks naar het kelkzwammenlusthof lopen.

De eerste kelkzwam werd dan ook snel gevonden. De deelnemers konden zich nu oefenen in het herkennen en onderscheiden van beide kelkzwammen. De krulhaarkelkzwam oogt in het algemeen lichter rood van kleur, is komvormiger en heeft een lichtere en relatief dikkere buitenwand dan de rode kelkzwam. Dit laatste wordt veroorzaakt door de beharing van de krulhaarkelkzwam. Het eerste exemplaar werd als krulhaarkelkzwam benoemd, en dit werd later door microscopische kenmerken bevestigd (foto 1).

Ook daarop volgende gevonden kelkzwammen leken krulhaarkelkzwammen te zijn, totdat een takje met drie knalrode vruchtlichamen werd aangetroffen. Het grootste exemplaar was bovendien zeer sterk uitgespreid. Onder de microscoop toonden deze exemplaren sporen met afgeronde toppen en min of meer rechte haren, kortom de rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea) (foto 2).

De omstandigheden waren voor de kelkzwammen kennelijk zeer gunstig, want ze kwammen zo massaal voor, dat je op moest passen ze niet te vertrappen. De krulhaarkelkzwam had de overhand, maar ook de rode kelkzwam stond op meerdere plekken. Langzamerhand begon de rode kleur toch pijn aan de ogen te doen, en gingen de deelnemers zich op andere paddenstoelen richten.

In een wintermaand mag tijdens een excursie het gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes) natuurlijk niet ontbreken (foto 3). Froskepôlle is normailter een gebied waar fluweelpootjes talrijk voorkomen. Dit keer leek hun aantal iets minder te zijn, maar toch waren hier en daar verse exemplaren verschenen, zowel in gezellige groepen als solitair.

Zeker in zeer vochtige winters valt de gele trilzwam (Tremella mesenterica) altijd sterk op (foto 4). Meestal groeit deze soort in de buurt van de paarse eikenschorszwam (Peniophora quercina), maar dit keer werden verschillende takjes met de gele trilzwam gevonden waarop deze korstzwam niet in de vorm van een vruchtlichaam zichtbaar was.

Kenmerkend voor veel trilzwammen is, dat ze snel kunnen opzwellen en daardoor ook gigantische vruchtlichamen kunnen vormen. Dit was vooral goed te zien bij de echt judasoren (Auricularia auricula-judae) (foto 5). Het echt judasoor werd in allerlei formaten gezien, van jonge, nog kleine exemplaren tot grote, uitgelubberde vruchtlichamen.

Onbekend is, dat naast deze opvallende trilzwammen er ook nog een grote groep trilzwammen is, die hun leven onzichtbaar of vermomd als korstzwam doorbrengen. Van de vermomming is het grijsbruin waskorstje (Exidiopsis griseobrunnea) een voorbeeld. Het grijsbruin waskorstje is zichtbaar als een dun grijsachtig laagje op takken. Pas onder de microscoop is duidelijk, dat het niet om een korstzwam, maar om een trilzwam gaat. Het grijsbruin waskorstje is in Friesland nog een zeldzaamheid, met erg weinig vindplekken.

Evenmin ontbraken houtzwammen tijdens de excursie. Het fraaiste exemplaar was zondermeer de boomgaardvuurzwam (Phellinus tuberculosus) die op de stam van een Prunus-soort groeide (foto 6).

De zeldzaamste vondst was een slijmzwam. Het dekselgoudkussentje (Perichaena corticalis) was nog slechts van twee kilometerhokken in Friesland bekend.

Door de grote hoeveelheid kelkzwammen en de vondst van enkele zeldzaamheden konden de excursiegangers met een voldaan gevoel naar huis terugkeren.

Enkele waargenomen soorten:

Basisregister Friesland

Categorie 4 - Overige aandachtsoorten
Statistiek
Peildatum: 10 februari 2024
Kilometerhok: 185-578 / 186-578
Aantal deelnemers: 9
Aantal soorten excursie: 31 / 24
Nieuw voor kilometerhok: 5 / 12
Totaal kilometerhok: 143 / 36