Het Lauwersmeergebied is bij mycologen zeer geliefd. Het gebied is bijna het gehele jaar door rijk aan paddenstoelen, en met name in het voorjaar trekken kluifzwammen talloze fotografen aan. In het gebied is dan ook al veel over paddenstoelen bekend. Toch zijn er ook in het Lauwersmeergebied stukjes terrein die op het eerste gezicht niet erg aantrekkelijk lijken en daardoor slechts weinig bezocht worden. Het Kwelderwegbos, grenzend aan de Jachthaven, is zo'n terrein. Er waren nog slechts een dertigtal soorten bekend. Het doel van de excursie was om hier verandering in te brengen.
Om half tien hadden zes deelnemers zich op de parkeerplaats verzameld. De eerste paddenstoel bleek snel gevonden te zijn. Op een takje in een greppel langs het parkeerterrein groeiden verspreid enkele kleine mycena's. Van de meeste exemplaren was de hoed duidelijk besuikerd. Ook het verdikte voetje is kenmerkend voor de suikermycena (Mycena adscendens) (foto 1).
Het vochtige, rottende hout leverde meer algemene houtafbrekende soorten op, zoals de gewone glimmerinktzwam (Coprinellus micaceus) (foto 2). Ook de gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare) ontbrak niet. Beide soorten verschijnen al snel tijdens een regenperiode. Omdat er veel populieren in het bos stonden, werd van de oorzwammetjes dit keer het week oorzwammetje (Crepidotus mollis) gevonden. Deze soort heeft namelijk een voorkeur voor populieren.
En met deze soorten was het voor de plaatjeszwammen wel afgelopen. De excursie werd verder overheerst door korstzwammen, slijmzwammen, zakjeszwammen en ander klein spul.
Onder de korstzwammen werden enkele fraaie soorten gevonden. Het muizentandkorstje (Hyphodontia gossypina) kenmerkt zich door hele fijne tandjes die takken in hun geheel kunnen overdekken (foto 3). Dit was de tweede vondst in Friesland. Het muizentandkorstje is verder alleen nog maar in het Leeuwarder bos bekend. Ook de vergelijkbare priemtandjeszwam (Hyphodontia arguta) werd gevonden. Deze soort is in Friesland algemener, met een dertigtal meldingen.
Wat kleur betreft stak de paarse wasporia (Ceriporia purpurea) boven alles uit (foto 4). De paarse wasporia begint bleekroze en verkleurt langzamerhand naar een purperachtige kleur. Waar het vruchtlichaam wordt aangeraakt, verandert de kleur naar donkerrood. Met een tiental meldingen behoort deze soort nog tot vrij zeldzame soorten.
Een soort die met wat hulp paars verkleurt, is de oranje zwameter (Hypomyces aurantius) (foto 5). De oranje zwameter komt vooral voor op rottende buisjeszwammen, zoals bijvoorbeeld de waaierbuisjeszwam (Polyporus varius). Normaal gesproken is het vruchtlichaam geel tot oranje gekleurd, maar met een druppeltje KOH wordt het paars. Dit is een gemakkelijk determinatiekenmerk.
Tijdens de gehele excursie werden op vele plekken slijmzwammen gevonden. Slijmzwammen moeten rijp zijn om ze op naam te brengen. Als ze niet rijp zijn, lukt het soms om ze in een bakje verder te laten rijpen. Uiteindelijk konden een zestal soorten op naam worden gebracht, waaronder het grijsbruin zijdekussentje (Dianema depressum), het variabel kristalkopje (Didymium squamulosum) en het plat goudkussentje (Perichaena depressa).
Omdat er zoveel slijmzwammen waren, werden enkele witte, slechts een millimeter grote buisjes in eerste instantie ook als slijmzwammen gezien. Bij nader inzien waren de buisjes te hard voor slijmzwammen, en na enig bladeren door de boeken werd de naam al snel gevonden: het wit gaffelhaarbuisje (Henningsomyces candidus) (foto 6). Het wit gaffelhaarbuisjes blijkt tot de plaatjeszwammen te horen. Het heeft basidiën die ronde sporen van ongeveer 5 micrometer produceren. Ook het wit gaffelhaarbuisje is in Friesland alleen nog bekend uit het Lauwersmeergebied (ook het Diepsterbos) en het Leeuwarder bos.
Omdat de excursie in februari was, werd aan het begin van de excursie stiekem gehoopt op rode kelkzwammen. Het eerste deel van het Kwelderwegbos leek voor deze kelkzwammen geen geschikte biotoop, maar verderop werd het gebied steeds opener en kregen elzen de overhand. In een stukje terrein waarin een dicht pakket van mos de afgevallen takken overdekte, duurde het niet lang of de kelkzwam werd gevonden. De lichtrode, sterk komvormige vruchtlichamen deden vermoeden dat het om de de krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca) ging (foto 7). Later werd dit vermoeden door de krulvormige haren microscopisch bevestigd.
De krulhaarkelkzwam was een mooie afsluiting van een soortenrijke excursie.
Enkele waargenomen soorten...
Statistiek | |
---|---|
Peildatum: | 11 februari 2023 |
Kilometerhok: | 207-592 |
Aantal deelnemers: | 6 |
Aantal soorten excursie: | 54 |
Nieuw voor kilometerhok: | 45 |
Totaal kilometerhok: | 77 |